Groente - verzamelnaam voor allerlei plantaardig gewas, dat in sappigen toestand wordt gewonnen en voor het middagmaal wordt toebereid, hetzij rauw, zooals sla, hetzij gekookt, zooals erwten, wortelen, bloemkool of spinazie. De meeste soorten van g. zijn rijk aan vitaminen en aan zouten en vormen zoodoende een waardevol voedsel voor den mensch.
In de laatste eeuwen is het gebruik van g. sterk toegenomen, doch ook reeds in de grijze Oudheid kende men het gebruik. G. laat zich op allerlei wijzen verduurzamen, door pekel, zuur, droging, inkoken in bussen of flesschen en door lage temperatuur. Lit.: Vilmorin Andrieux, Les plantes potagères (1925). Rietsema.