Geleibiljet - (Ned. Recht).
Ter voorkoming of bestrijding van fraude moet het vervoer of het in voorraad hebben van sommige accijnsgoederen, ook al is de accijns reeds betaald, meermalen door een officieel stuk, het geleibiljet, worden gewettigd. Het geleibiljet wordt in beginsel afgegeven en onderteekend door den ontvanger der accijnzen (→ Belastingen, sub I C, De organisatie v. d. belastingdienst in Ned.), onder wien de plaats van uitslag van de goederen ressorteert.
In sommige gevallen wordt aan particulieren toegestaan zelf de geleibiljetten af te geven. Vgl. ook → Vervoerbiljet.Bepalingen omtrent geleibiljetten kan men o.a. vinden in art. 165-169 Alg. Wet op den in-, uit- en doorvoer van 26 Aug. 1822, Stbl. nr. 38, in vsch. accijnswetten, alsmede in de Kon. Besluiten van 28 Nov. 1900, Stbl. nr. 207, en 18 Febr. 1905, Stbl. nr. 78.
M. Smeets Lit.: v. d. Poel, Wetgeving op den in-, uit- en doorvoer en de accijnzen in het algemeen (1928, hfst. X).
Belg. Recht. Het g., in België meer bekend onder den naam van geleibrief, is daar een speciaal bescheid tot verantwoording van het vervoer en, desvoorkomend, het opslaan van aan tolen accijnsrechten onderworpen goederen in den onvrijen tolkring. Het g. wordt opgemaakt en afgeleverd door den beambte van het meest naburig kantoor van de plaats van wegneming. Het bevat de omstandige aanduiding van de goederen en van den te volgen weg. Tevens geeft het aan: het tijdsbestek noodig voor het vervoer, de posten langs dewelke de goederen moeten komen en de beambten aan dewelke zij moeten vertoond worden.
Het g. kan in bepaalde gevallen vervangen worden door de „afgeteekende gelei-aangifte”, die door den belanghebbende zelf wordt ingevuld en door den ontvanger van het kantoor geldig gemaakt. Eveneens kan men in bepaalde gevallen gebruik maken van de „onafgeteekende geleiaangifte”, die door den belanghebbende wordt opgemaakt en afgeteekend zonder geldigmaking van den ontvanger.
Het gebruik van elk van deze bescheiden wordt bepaald door den aard van de koopwaar en door de strook van den kring, waarlangs het vervoer geschiedt (Onderrichtingen 20 Juli 1933).
Rondou. Lit.: G. Neven, Traité des douanes et accises (1933).