Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-06-2019

Diefstal

betekenis & definitie

(Recht) is het wegnemen (met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening) van eenig goed, dat geheel of gedeeltelijk aan een ander toebehoort (N e d. W. v.

Str. art. 310). Wie de eigenaar is moet bepaald worden naar de voorschriften van het Burgerlijk Recht.

Bosch v. Oud-Amelisweerd.In het Belgisch Recht is het niet vereischt, dat het wegnemen geschiede met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening. Het volstaat, dat de zaak bedrieglijk weggenomen worde. d.i. met inzicht om zich zelf of een ander een onrechtmatig voordeel te verschaffen. De rechtspraak heeft zelfs aangenomen (hetgeen juridisch niet goed te praten is), dat het inzicht om te schaden voldoende is. Collin Moraal.

D. in den gangbaren zin van heimelijk wegnemen van andermans goed om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, is een zonde tegen de ruilrechtvaardigheid (→ Rechtvaardigheid), verboden door het 7e gebod van den Decaloog (Ex. 20. 15; Lev. 19.11; Deut. 5.19; zie ook Mt. 19.18 en Lc. 18. 20), dat overigens slechts een bevestiging is van het natuurrecht in dezen. Met → roof, → bedrogen woeker vormt het de vier hoofdtypen der zonde van onrechtvaardigheid. Het 7e gebod (het 8e bij Joden en Protestanten ) richt zich uitdrukkelijk tegen d. als het meest voorkomende en meest tastbare der eigendoms- en vermogensdelicten, maar het heeft daarbij, overeenkomstig den aard van den Decaloog als korte samenvatting der geheele zedenwet in haar hoofdpunten (Catech. Rom. p. III, cap. I, qu. 1), de algemeene strekking, het eigendomsrecht op dc stoffelijke goederen te doen eerbiedigen en iedere wederrechtelijke aanranding daarvan te verbieden. Daarom vallen daaronder alle misdrijven, die een wederrechtelijke vervreemding van andermans goed en verkorting van zijn recht inhouden: roof, afpersing, afdreiging, woeker in al zijn vormen, oneerlijkheid en bedrog, verduistering, stellionaat, bedrieglijke bankbreuk, trouwbreuk, omkooperij en alle bedrieglijkheid in rechtszaken, en verder iedere wederrechtelijke schade. Het zijn misdrijven voor God en het geweten, niet slechts vanwege den wortel der → hebzucht, waar ze gemeenlijk uit voortkomen, maar allereerst in zichzelf als rechtsschennis in de vermogensgoederen. In sommige gevallen krijgt die zonde nog een nieuwe qualificatie vanwege een anderen vorm van onrecht of een andere zedelijke onordelijkheid, die mede in die daad ligt opgesloten. Zoo is roof, afpersing en bedreiging tevens een persoonlijk onrecht vanwege het gepleegde geweld; diefstal van godgewijde zaken wordt heiligschennis; uitbuiting van den nood des naasten door woeker is op bijzondere wijze in strijd met den Christelijken geest van liefde en erbarmen; evenzoo onrechtvaardige verdrukking van armen, weduwen en weezen en het onthouden van het rechtvaardig loon aan den werkenden mensch, zonden, die volgens het woord der Schrift ten hemel om wraak roepen (Ex. 22. 22; Eccli. 34. 25; Jac. 5. 4).
D. en de verwante misdrijven zijn, evenals de andere vergrijpen tegen den Decaloog, uiteraard zwaarzondig, als het tenminste gaat over een aanmerkelijke rechtsschennis en niet slechts over een weinig beteekenende schade. Dit blijkt met name uit 1 Cor. 6. 10, waar de schuldigen van het koninkrijk Gods worden uitgesloten (zie ook Mt. 15.19; 19.18; Mc.7.22; Lc. 18. 20; I Petr. 4. 15; Apoc. 9. 21). Men moet bedenken, welke voorname plaats de stoffelijke goederen in het leven en het levenslot innemen, en daarbij vooral ook rekenen met de fundamenteele beteekenis, die de eigendomsorde, eerlijkheid in handel en verkeer en rechtszekerheid hebben voor welvaart en vrede. Wat nu als een aanzienlijke rechtsschennis moet worden aangemerkt en dus objectief zwaarzondig is, zal natuurlijk naar plaats en tijd, naar juridische en economische verhoudingen verschillen en in geen geval laat het zich met den cirkel af passen. Men begaat een zware zonde van onrechtvaardigheid door ieder vergrijp, dat door den rechtszin van den verongelijkte of van de gemeenschap als een ernstige krenking wordt aangevoeld, zoodat ze zich zonder meer daartegen kanten. Dit is tegenover weinigvermogenden reeds het geval, als het gestolene de waarde van het dagloon of van het dagelijksch onderhoud voor den familievader en zijn gezin overschrijdt. Bij groote vermogens echter kan deze relatieve norm niet meer als richtsnoer dienen: vanwege het hooge belang der rechtsorde en der rechtszekerheid zal door den rechtszin, die zich aan de belangen der gemeenschap oriënteert, iedere rechtsschennis van een bepaalden omvang, tegenover wien dan ook, als een ernstige krenking worden aangezien en afgewezen.

De zonde van onrechtvaardigheid blijft niet beperkt tot datgene, wat door de menschelijke wetten verboden is en gestraft wordt; binnen de grenzen van het wettelijk recht kan nog veel geschieden, wat voor God en het geweten onrechtvaardig is. Ook kan de strikte rechtvaardigheid nog onteerd worden door het hardvochtigste egoïsme. Eerst het recht, dat gepaard gaat met billijkheid, liefde en erbarmen, vrijgevigheid en edelmoedigheid en de andere sociale deugden, vormt een welgeordende burgerlijke en Christelijke samenleving.

Geen diefstal of onrechtvaardigheid is het gebruiken of zich toe-eigenen van andermans goed in uitersten nood (dreigend gevaar voor leven, gezondheid enz.), wijl in zulke omstandigheden het meest oorspronkelijke recht des menschen optreedt, waaraan de gevestigde rechtsorde dienstbaar is en waarvoor zij dus bij conflict moet wijken. Ook is soms geheime schadeloosstelling geoorloofd [→ Compensatie (geheime)].

D. en de andere verwante misdrijven verplichten tot teruggave en herstel der toegebrachte schade (→ Restitutie).

Lit.: St. Thom. Aq., Summa theol. (II-II, q. 66); St. Alph. de Lig., Theol. mor. (III, 518-546); Linsenmanu, Lehrbuch der Moraltheol. (Freiburg 1878, §167); Mausbach, Katholische Moraltheol. (8'7III, § 49). Buys Diegem Gem. in Z. Brabant, ten O. van Brussel; opp. 647 ha, ca. 4 400 inw. Landbouw (witloof); steengroeven, reeds in de middeleeuwen ontgonnen; cichoreien papierfabrieken.

Mooie Gotische kerk, met eigenaardigen steenen toren met vier uitspringende gaanderijen en steenen omtuiningen; prachtige glasramen; graftombe van Jan van Brecht (✝ 1595). Bekende St. Corneliusbodevaart. Nieuwe parochie op het gehucht Loo, met mooi modern kerkje. Lindemans