Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 20-03-2019

Bevolking

betekenis & definitie

Bevolking - geeft aan het getal en de soort der bewoners van een bepaald territorium. Eerst in de 18e eeuw is men begonnen systematisch en wetenschappelijk de vragen te behandelen, die daarop betrekking hebben, maar toch deden reeds de oude volken pogingen om tot een beschrijving van stand en aard der bevolking te komen. Zoowel de Joden (koning David) als de Egyptenaren, Perzen, Grieken en Romeinen hebben volkstellingen gekend. Weve.

Het blijkt niet, dat in de Oudheid ooit de moderne principes gevolgd werden bij volkstellingen. Deze beoogden trouwens haast uitsluitend militaire of belastingsdoeleinden. Gewoonlijk ontbraken geboorteregisters ofwel werden de geboorten niet stipt ingeschreven (bij de bevolking van den Ionischen stam slechts om de vier jaar). De gereconstrueerde bevolkingscijfers blijven dan ook problematisch; zoo bijv. wordt de bevolking van het Romeinsche keizerrijk in 14 n. Chr. door E. Meyer op 55 millioen geraamd, door Beloch echter op 70 à 80 millioen. V. Pottelbergh.

De eerste vraag, die zich hier voordoet, is die naar den stand der b., waaronder de omvang en de samenstelling worden begrepen. De omvang of grootte der b. kan óf in absoluten zin genomen worden (aantal inwoners zonder meer), óf in relatieven zin (dichtheid der b., aantal inwoners per ruimtelijke eenheidsmaat). De vraag naar de samenstelling der b. betreft de verschillende geledingen daarvan in haar onderlinge verhouding en wel onderscheiden naar geslacht, leeftijd, nationaliteit, ras, godsdienst, lichamelijke gesteldheid, beroep, burger lijken stand of naar nog andere opzichten. De tweede vraag heeft betrekking op de beweging der bevolking, d.w.z. de toe- en afname en de verschillende veranderingen, die zoowel feitelijk als oorzakelijk kunnen beschouwd worden. De gang der b. kan op velerlei wijzen beïnvloed worden en allerlei vragen van doelmatigheid doen zich daarbij voor. Het probleem betreft dan ook niet enkel feitelijkheden en haar oorzaken, maar daarnaast ook wenschelijkheden onder verschillende opzichten. Zoowel de theoretische als de normatieve wetenschappen hebben dus met de bevolkingsvraag te maken. Dienovereenkomstig is zij object der geschiedenis, der aardrijkskunde, der statistiek en der beschrijvende sociologie, maar ook van politiek, rechtsvorming en sociale moraal. Weve.