Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

HANDOPLEGGING

betekenis & definitie

is een ritueel gebaar, waarbij reeds het verbreken der symmetrie wijst op de verhouding tussen de meerdere, die geeft, en de ander, die ontvangt. Deze gemeenschap en „overdracht” door aanraking kan het karakter hebben van een zegening (bijv.

Gen. 48 : 9 vv.; Matth. 19 : 13), van een offergemeenschap (bijv. Lev. 1 : 4), van een kracht ter genezing (bijv.

Marc. 6 : 5; 16 : 18; vgl.Kon. 5 : 11), van Geestesmededefing (Hand. 9 :19; zie Vormsel), van herstel der gemeenschap na boete of excommunicatie (1 Tim. 5 : 22),van wijding en instelling in een bepaald ambt (Num. 27 : 5 vv.; Hand. 6 ; 6; 1 Tim. 4 : 14; 2 Tim. 1 ; 16; vgl. Hand. 14 : 23).

De leer der handoplegging behoort volgens Hebr. 6 : 2 tot de eerste beginselen der christelijke catechese. De Bijbel kan over de kracht der aanraking zeer realistisch en drastisch spreken (vgl.

Luc. 8 : 36; Hand. 9 : 41; 19 ; 12). Door de handoplegging wordt de communicatie op de wijze van een werkzaam teken inderdaad verricht: zij is ontmoeting.

De toegevoegde gebedswoorden uitdrukkelijk in het N.T. beschermen haar tegen magische interpretatie. Het geloofswoord neemt als het ware het gebaar in zijn dienst, maakt het „sprekend” en richt het op het afsmekend verwerkelijken van een bepaalde gave.

De lichamelijke taal van het gesproken woord wordt juist dan, wanneer zij ten volle de gestalte krijgt van het scheppende woord Gods, dat nooit „ledig terugkeert”, ondersteund door de gebarentaal.

Dit geheel is dan niet slechts — zoals de tendenzie is der protestantse opvatting een te kennen geven en bevestigen van een geestelijk gebeuren, doch de geconcretiseerde en lichamelijk geworden ontmoeting zelf (zie Sacramenten).

De mens is immers lichamelijkheid (ofschoon niet louter lichamelijkheid); Gods Zoon werd,,vlees”; de Geest werkt door zichtbare tekenen (zie bijv. ook Apostolische successie). J. w.