Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

kaste

betekenis & definitie

v. (-n) [Port. casta (< Lat. castus. zuiver) ras, geslacht]

I. Eig. erfelijke, van de anderen streng afgesloten stand in Oud-Egypte en bij de Hindoes: de priesters, de krijgslieden, de handelaars, de loonarbeiders of paria’s zijn de vier -n der Hindoes.

II. Metf.

1. volksgroep, klasse, stand: de heersende de onderworpen of dienende -.
2. zich afgezonderd houdende, voor vreemden gesloten kring: met niemand omgang hebben dan met lieden van zijn -; de militaire -.

< >