Wat is de betekenis van Kaste?

kaste - Zelfstandignaamwoord 1. (religie) een streng gescheiden stand binnen de hindoeïstische samenleving ♢ De kaste waarin je wordt geboren leef je in. 2. (sociologie) een zeer gesloten sociale kring kaste - Werkwoord 1. enkelvoud verleden tijd van kassen ...

kaste - zelfstandig naamwoord uitspraak: kas-te 1. geïsoleerde bevolkingsgroep ♢ in India horen de mensen bij verschillende kasten Zelfstandig naamwoord: kas-te de kaste de kasten

Een sociale klasse van mensen die zich op grond van geboorte, beroep en reinheidsvoorschriften onderscheiden van andere klassen. Het begrip kaste is vooral bekend vanuit de hindoe­ leer, maar ook in andere, bv. Afrikaanse, culturen komen kastes voor.

kaste [erfelijke stand]. Deze naam, die wij overal gebruiken waar van de scherp gescheiden erfelijke standen bij de oude Egyptenaren en bij de Hindoes sprake is, moet bij ons stellig van Romaanse oorsprong zijn. In het Spaans en Portugees betekent casta ‘ras’ en wordt ook voor de rassen van dieren gebruikt. Algemeen wordt aangenomen d...

kaste - De verzameling van individuen - vooral gebruikt bij kolonievormende insecten - die morfologisch van de andere individuen verschillen en die in de kolonie een gespecialiseerde arbeid verrichten.

[Sp., Port. casta = afstamming, missch. van Lat. casta = vr. van castus = zuiver, rein] erfelijke gesloten stand (spec. in India); kastegeest, zucht om slechts in de beslotenheid van eigen stand te verkeren (met bep. minachting voor lagere standen).

Een kaste is een gesloten sociale groepering waartoe men door geboorte behoort en blijft behoren; er is geen mogelijkheid om tot een andere kaste over te gaan.

streng afgesloten maatschappelijke groep

Hiërarchisch ordening van sociale lagen, waarbij afkomst bepalend is. Het is onmogelijk om door eigen inspanningen van kaste te veranderen.