Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

Ignatius

betekenis & definitie

(ig'na.sius) (H.)

1. van Antiochië, leerling van de H. Apostel Joannes, bisschop van die stad, 110 te Rome door de wilde dieren in het Colosseum verscheurd. Van hem zijn bewaard zeven Brieven aan de kristenen van Klein-Azië en Rome. Feest: 1 feb. → godgeleerdheid.
2. van Loyola (loi'o:la) ° 1491, Spanjaard, stichter der Sociëteit van Jezus (1534), ✝ 31 juli (feest) 1556 te Rome; bekend door zijn Geestelijke Oefeningen.

Als mansnaam ook ; Ignaas, Ignaat, Natie.

< >