Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 18-02-2020

stad

betekenis & definitie

(stat) v. (steden: -je) (< staan]

I. Eig, 1. Algm. Veroud. plaats nog bewaard in : stadhouder.
2. Inz. a. Veroud. woonplaats : wij hebben hier geen blijvende -, maar zoeken de toekomende.
b. M. E. met muren en grachten omgeven plaats die door de landsheer met eigen rechten en vrijheden was begiftigd.
c. uitgebreid, samenhangend geheel met straten en pleinen : een bemuurde, besloten, open, versterkte -; de Antwerpen; van tot -. de - en het platteland; → miljoenensteden.

Gez, de oude, nieuwe -, het oude, het nieuwe gedeelte van de stad; een dode -, waarvan de vroegere bloei en grootheid verdwenen is ; duren [de stad Düren bij Aken] is een schone -, het blijft zelden lang goed gaan; eeuwige - of van de zeven heuvelen, Rome; Gods - of de van God, hemel; heilige -, Jeruzalem ; het kan beter van een dan van een dorp, een uitgave kan beter door een meer dan door een minder gegoede betaald worden; de van David, Bethlehem of Jeruzalem; de van de Artevelden, Gent; - en land van..., stad en omgeving van...; de van Karel de Grote, Nijmegen. → hoofd, rook.

II. Metn. 1. gezamenlijke inwoners van een stad : de gehele, de halve liep uit.

2. bestuur van de stad : de laat die straten zo maar vuil liggen.
3. grondgebied van een stad : hij heeft de verlaten.

Ene, Onder de oudste steden, die wij kennen, zijn te vermelden Damascus (± 2000 v.K.) en Oer. De steden in onze streken zijn niet ontstaan naar een overal gelijkvormig type, doch verschillende bestanddelen deden, in afwisselende mate, hun invloed gelden. In sommige steden, waar handel en nijverheid reeds vroeg op de voorgrond traden, zien wij dat, rondom een bescherming gevend centrum, kasteel van de heer, bisschopsstad of klooster, een handelaarskolonie zich vestigt, inzonderheid wanneer dit centrum ook ekonomisch van betekenis is. Deze nieuwe bevolking groepeerde zich, buiten de domaniale inrichting om. in een gild, dat van de domaniale heer de politieke en ekonomische ontvoogding verkreeg of afdwong voor de domaniale bevolking, waarmede de nieuwe natuurlijkerwijze in betrekking was gekomen. Andere steden ontstonden dank zij de aanlokkende voorrechten door de heer verleend aan hen die wilden medewerken aan de ontginning van zijn uitgestrekte woeste gronden. Hieruit volgde een algemene ontvoogdingsbeweging, vooral rond de bisschopssteden en de kloosters.

Elders weer speelde de parochiale vergadering van de vrije kerk de ontvoogdende rol van het gild in de nijverheidssteden, en wist van de heer meer vrijheid te verkrijgen voor de lijfeigenen van de domaniale kerk. Al was het ontwikkelingsproces verschillend, het eindresultaat was hetzelfde, het arbitraire domaniale recht werd vervangen door een wederzijdse overeenkomst waarvan de bepalingen nauwkeurig werden vastgelegd in de keure (→ gemeente). Er zijn thans in de wereld 37 → miljoenensteden (in 1920 waren er 11); 71 steden met meer dan 500.000 inw. en 559 met 100 tot 500.000 inw. In Europa waren in 1500 : 7 steden met meer dan 100.000 inw., in 1800 : 21; in 1850 : 42; thans zijn er 287.