('le:rling) m. (–en) hij die leert (II 1), onderricht ontvangt nl.
1. Eert. jongen die bij een meester een leertijd moest doorlopen en daarna een proefstuk leveren om in een gilde opgenomen te worden.
2. hij die onderwijs ontvangt : veel –en hebben. Syn. scholier.
3. aanhanger, volgeling die al of niet onderwijs ontvangt : een – van Kant, van Rembrandt; de 72 –en des Heren.
