Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

grootmeester

betekenis & definitie

m. (-s) boven anderen verheven meester, persoon nl.

1. overste van een ridderorde: de Koning der Nederlanden is der Nederlandse orden.
2. hoofd van een moederloge der vrijmetselarij.
3. voornaamste persoon in een bepaalde kring: de van de goede toon.
4. voorbeeld voor de beoefenaars van een wetenschap of kunst: Vondel, de der Nederlandse taal.

< >