Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 04-02-2020

ridderorde

betekenis & definitie

('riddər) v. (-n, -e)

I. Eig.

orde (II 2), vereniging

1. waartoe de ridders (I 1 b) zich achtten te behoren

lid worden van de -.

2. van geestelijke ridders (I 2 a)

de -n hielden zich bezig met de zorg voor de pelgrims en de zieken, en voerden strijd tegen de ongelovigen; aan het hoofd van een stond een grootmeester; de meest bekende -n zijn de hospitaalridders of de Ridders van St. Jan, de tempeliers en de Duitse Orde.

3.a. van wereldlijke ridders : de van het Gulden Vlies.
b. Uitbr. instelling tot erkenning of beloning van bewezen diensten:

grootmeester van twee -s. II. Metn.

1. onderscheiding voor bewezen diensten door een vorst als grootmeester van een ridderorde (I 3 a) geschonken : de civiele, militaire ontvangen.
2. onderscheidingsteken van een ridderorde (II1): een toekennen; kruis, lint, ster zijn -s.

< >