Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 24-06-2020

beethebben

betekenis & definitie

('be:t) (had beet, heeft beetgehad)

1. vasthebben : een dief -.
2. opgelopen hebben : hij heeft de griep beet; het -. een verkoudheid opgelopen hebben.
3. begrijpen : hij heeft het antwoord eindelijk beet.
4. beetgenomen hebben: iemand duchtig, lelijk -. Syn. bedotten.

< >