Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 24-06-2020

basis

betekenis & definitie

('ba:zis) v. (-sen, bases) [Gr. bainein. gegrond zijn]

I. Eig.l. Algm. dat waarop iets steunt, rust : de van een muur. een → voelhoren.
2. Inz.
a. voetstuk van een zuil of pedestal.
b. Meetk. lijn, vlak,waarop de figuur als ’t ware rust: de oppervlakte van een → driehoek is het produkt van de - en de halve hoogte. Syn. grondlijn,
c. Landmeetk. rechte lijn, als grondlijn voor het meten van een terrein.
d.Wisk. grondgetal van een logaritmenstelsel.
e.Mil. terrein waarvan de operaties uitgaan : vloot-,
f.Scheik. base.

II. Metf. grondslag : deze gestelde waarheid is de van mijn redenering.

< >