I (ba:rs) m. (baarzen; -je) v. (als stofnaam) [msch. ~ borstel] eetbare, groenachtige vis met rode stekelige vinnen (Perca fluviatilis): de leeft in de rivieren van Europa, Azië en Amerika.
II (ba:rs) bn. en bw. [→ baar IV] onervaren, onbeholpen, groen : hooggele handschoenen volmaken zijn voorkomen; zich gedragen.