Rouwen is bedroefd zijn om iemands dood of om het verlies van bijvoorbeeld huis en haard. Rouwen is de binnenkant van verliezen.
Dood is geen bovennatuurlijke interventie meer. Omdat het verlies niet te herroepen is, betreedt de nabestaande een braakliggend terrein, een wijd water, een niemandsland, een oningevulde openheid. Rouwen is liminoïde grenzen ervaren, wetend dat je eroverheen moet, maar nog niet kan. Moeraservaringen die verwachtingen ontregelen, destabiliseren en onzeker gedrag oproepen.
Wanneer deze gevoelens worden herkend en erkend, kan het inzicht van iets te-moeten-doen-maar-niet-weten-hoe bronnen van inspiratie voor een goede verankering in de volgende levensfase bieden. Innerlijke gesprekken met de overledene, stil bijeen zijn, alleen of met anderen naar muziek luisteren, voorwerpen zoals foto's en haarlokken, bezoeken aan het graf en gedachten over een hiernamaals dragen bij aan betekenisgeving. Deze transformatieve ontwikkelingen en het ontstaan van nieuwe gewoonten dragen bij aan continuïteit.
Rouwen is een gedeelde verlieservaring. De wijze van rouwen verschilt per individu, omstandigheden en cultuur. Mondiaal varieert de wijze van rouwverwerking. Van zeer privé en elkaar zo nodig troosten, tot werken aan een gedeelde loutering en collectieve catharsis. Een uniforme troostrijke manier van omgaan met loodzwaar verlies is niet voorhanden.