Emoties zijn gemoedsbewegingen die motiveren iets te doen of na te laten.
Emotioneren (Lat. e-move) betekent (1) van buitenaf (2) gevoelsmatig (3) bewogen worden. Van ‘buitenaf’ is de zintuigelijke aanwezigheid van bijvoorbeeld medeslachtoffers, omgekeerde Nederlandse vlaggen etc. Het ‘gevoelsmatige’ (2) wijst op een diepgaand, intens en al dan niet aanhoudend gevoel. Mensen raken van streek. Of het emotionele had nauwelijks impact, was ondiep of oppervlakkig en de sensatie duurde maar even.
Het derde element, ‘bewogen worden’ is complex. Per soort emotie lijken vloeiende verhoudingen en wisselende causale relaties tussen affect, cognitie en lichamelijkheid te ontstaan. Dit ‘bewogen worden’ of het aangrijpende van emoties drukt zich in lichaamstaal uit. Zoals fysiek ineenkrimpen bij acute walging, lichamelijke verstijving uit angst voor politiegeweld of overeind komen bij boosheid. Dit derde element, ‘bewogen worden’ is extreem cultuur-afhankelijk. Zo werken schaamte en trots in Japan waarneembaar anders dan in het Westen. En in een multiculturele samenleving zijn de manieren om van muziek te genieten of boosheid te uiten zeer verschillend.
Sommige emoties vertonen uitgesproken morele aspecten. Omdat iets op het spel staat (hulp aan Oekraïners, weerzin tegen transgenders etc.). Dergelijke morele gemoedsbewegingen vereisen kanalisatie en orkestratie. Denk aan collectieve angst voor groepen vluchtelingen of de gedeelde trots na de Urgenda-Klimaatzaak.
Publieke emoties vormen een machtsinstrument, hebben een sneeuwbaleffect, zorgen voor affectieve polarisaties en motiveren soms tot onacceptabel gedrag. Op professionele wijze ingezet geven zij richting aan publieke opinies. Bijvoorbeeld politici die haat zaaien, vaderlandsliefde uitdragen en zo meer.
In multiculturele samenlevingen is bescheidenheid ten aanzien van elkaars emoties noodzakelijk omdat per bevolkingsgroep de emoties aanzienlijk verschillen. Zo neemt bij nieuwkomers de acculturatie van hun emoties minstens een generatie in beslag. En of nieuwe emoties als vliegschaamte en treintrots ooit massaal gedeeld zullen worden, is nog maar de vraag.