HEUSDEN, EENE Stad, in het Land van dien naam, in het Zuidoostlijkste gedeelte van Holland, aan eenen Arm van de rivier de Maaze. In haaren omtrek langs de Wallen beslaat zij ongeveer een uur gaans. Volgens de jongste opgave telde men ’er vijfhonderdzevenendertig Huizen, en dus ruim honderd minder, dan eene Eeuwe vroeger, in den Jaare 1632. Heusden heeft drie Landpoorten en ééne Waterpoort; voorts, binnen haare Muuren, eene bekwaame Haven, tot eene Legplaats voor de grootste binnenslands vaarende Schepen.
De Vestingwerken, volgens de hedendaagsche Krijgsbouwkunde aangeleid, zijn zeer aanzienlijk. Langs de Wallen heeft men, tusschen twee rijen Lindeboomen, een fraaien wandelweg. Tot meedere sterkte der Stad, kan het omleggende Land onder water gezet worden. Veel heeft deeze Stad geleeden, geduurende de Geldersche, Spaansche en andere Oorlogen; als mede door Brand, herhaalde reizen hier ontstaan: onder andere op den vierentwintigsten Julij des Jaars 1680, ter gelegenheid van een zwaar Onweder, in ’t welk de Blixem in den Toren van ’t Kasteel sloeg, onder welken het Buskruid, in diepe Kelders, bewaard wierdt, en ’t welk aangestooken zijnde, het geheele Slot, met eenen schrikwekkenden slag, in de lucht deedt vliegen. ’t Kon niet uitblijven, of de geheele Stad moest hier door merkelijke schade lijden.Het Stadhuis, waar van, naa het af branden van het voorgaande, met alle de Stadspapieren, in den Jaare 1508 de eerste grondlagen geleid wierden, is een fraai gestigt, pronkende met een sierlijken Toren, die in een achtkantigen spits eindigt. De Gereformeerde Kerk, die door drie Predikanten wordt bediend, is een oud en ruim gebouw. Onder de inwendige sieraden munt uit, eene fraaie Graftombe, door den Baron VAN FRIESHEIM, GOUVERneur der Stad, geduurende zijn leeven voor hem zelven opgerigt. De Fransche Gemeente, die niet talrijk is, wordt door éénen Leeraar bediend, De Roomschgezinden, die hier in goeden getale zijn, hebben ’er eene Statie, in welke een Waereldlijk Priester den dienst verrigt. Voorts heeft men ’er verscheiden gestigten, zo ten dienste van behoeftige Oude Mannen, Vrouwen en Weeskinderen, als van Zieken en Gekwetsten. Het Ammunietiehuis is een uitgestrekt gebouw. Tot het Kruidmagazijn wordt gebruikt de eenige overgebleevene zwaare Toren van het gesprongene Kasteel, welks grond thans met boomen is beplant, en tot eene aangenaame Wandelplaatze verstrekt.
De Regeering van Heusden bestaat uit den Drossaart, die tevens Kastelein en Dijkgraaf der Stad en van den Lande van Heusden is: voorts uit drie Burgemeesteren, zeven Schepenen en eenen Sekretaris. Van wegen de menigte Hop, welke in den omliggenden oord geplant wordt, hadt men ’er, vanouds, verscheiden Brouwerijen, en wierdt in dat gewas veel handels gedreeven. Eindelijk merken wij nog aan, dat Heusden, nevens andere kleinere Hollandsche Steden, thans van dat Voorregt uitgeslooten, Afgevaardigden ter Vergaderinge van Hunne Edele Groot Mogenden plagt te zenden.