Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 25-01-2023

Reede

betekenis & definitie

HET GESLAGT VAN VAN REEDE. Gaarne gunnen wij, in ons Woordenboek, eene plaats aan aloude Vaderlandsche Geslagten.

Zij strekken tot een sieraad der Nederlandsche Natie, en zijn een bewijs, dat het haar, zo min als andere volken, niet ontbreekt aan eenen volgreeks van aanzienlijke takken, uit eenen zelfden Geslagtboom voortgesprooten. Onregt deeden wij aan het Geslagt van VAN REEDE, indien wij het hier over 't hoofd zagen. Zo in oudheid als menigte van vermaarde Telgen behoeft het voor geene andere Vaderlandsche familiën te wijken. Men rekent het afkomstig uit Munster, en zich van daar door Gelderland, Twente en vooral het Sticht van Utrecht verspreid te hebben.Te weeten, in het begin der Dertiende Eeuwe leefden FREDERIK, ARNOLD en GERARD VAN REEDE, broeders, dus genoemd naar een Vlek of Heerlijkheid in het gemelde Bisdom. Reeds in hunnen leeftijd moeten ze lieden van geen gering vermogen en aanzien geweest zijn, naardien men dezelven afzonderlijk, of allen te zamen, meermaalen vermeld vindt, bij plegtige verdragen, of andere onderhandelingen, tusschen Vorsten en Grooten van hunnen tijd. Heer FREDERIK koomt voor, in den jaare 1226, als een der Scheidsmannen, door GERARD VAN NASSAU, Graaf van Gelder en Zutfen, gekoozen, ter vereffeninge der oneenigheden tusschen hem en OTTO VAN DER LIPPE, Bisschop van Utrecht, over eenige Goederen in Salland gereezen. In dat zelfde jaar wordt hij nogmaals vermeld, als getuige, in zekere uitspraak, door den Pauslijken Gezant, tusschen den gemelden Bisschop en FLORIS DEN IV, Graaf van Holland. Daarenboven stondt hij, in ’t volgende jaar, als getuige over de Vrijheden, door GERARD, Graaf van Gelder, aan de Opgezeetenen van de Veluwe verleend. Tien jaaren laater ondertekende hij, als getuige, eenen Brief, raakende eene Overeenkcmst, tusschen OTTO, Graaf van Gelder, en HENRIK VAN DEN BERG, wegens het regt van Voorspraak of Advokaatschap van de Kerk van Embrik. Alle de drie broeders stonden, in den Jaare 1233, over den Brief, bij welken OTTO, Graaf van Gelder en Zutfen, aan de Stad Arnhem eenige Stedelijke Privilegien toestondt. Nogmaals vinden wij hen gezamentlijk vermeld, in eenen Brief van den Jaare 1250, bij welken OTTO VAN GELDER zekere Gift, door zijne Voorouders, aan het Klooster Bethlehem, bij Deutekom gedaan, bekragtigde. Opmerkelijk is het, dat, in de twee laatste handelingen, FREDERIK in de tweede plaats genoemd wordt. ’t Zij dat zijne broeders ongehuwd, of kinderloos zijn gestorven, zeker is het, dat Heer FREDERIK als de Stamvader des Geslagts vermeld wordt. Van hem zullen wij dan met onze berigten eenen aanvang maaken.

FREDERIK VAN REEDE hadt in huwelijk eene dogter uit het Geslagt van Munster, en verwekte bij haar, BITTER, Heer van Reede. In eenen ongedrukten Brief, van den Jaare 1260, bekent deeze, dat Machtelt, Weduwe van Steven van Munster, en haar Zoon Zweder, voor ’t Geregt van Boekholt, ten behoeve van den Kommandeur en de Ridders van het Duitsche Huis te Utrecht, aan hem hadden opgedraagen de goederen, op Raven, bij Urecht, gelegen. Nogmaals wordt hij vermeld, in den Jaare 1274, als getuige, in zekeren ongedrukten Opdragtsbrief. Heer BITTER was getrouwd met eene dogter des Graaven van Loon, en bij dezelve Vader van HENRIK, Heer van Reede. Volgens eenen onuitgegeeven Brief van den Jaare 1296, hadt deeze aan Reijnold, Graave van Gelder, opgedragen het Huis van Nijenbeek, gelegen op de Veluwe. Zijne huisvrouw was Christina van Romberck, en deeze bij hem Moeder van FREDERIK, Heer van Reede, getrouwd met eene dogter uit het Munstersch Geslagt van Gammekle, behalven eene dogter, Catharina van Reede, getrouwd met Roelof van Bevere.

BITTER, Heer van Reede, nam ter Vrouwe eene dogter van BERNT DROSTE, afkomstig uit het Munstersche, en verwekte bij haar:

1 Goert, Heer van Reede, gehuwd met Sibijlla Kleneke, en bij haar Vader van

Catharina, Vrouwe van Reede, die vervolgens de Echtgenoote wierdt van Everd van Rhemen, tot Dravenhorst, en alzo de Heerlijkheid Reede aan het Geslagt van Rhemen bragt.

2. BERND VAN REEDE, die volgt.
3. Frederik van Reede.

BERND VAN REEDE, tradt in den echt, in den Jaare 1385, met Soldelina, eenige dogter van Goert, Heere van Saasveld, en van N. Kleneke. Het Huis te Saasveld kwam aldus in zijn Geslagt. BERND was Vader van HENRIK VAN REEDE, Heer van Saasveld; hij trouwde eene dogter van Goert van Thije, Ridder, kogt het Huis Brandlicht, in het Sticht van Munster, en liet de volgende kinderen naa:

1. GOERT VAN REEDE, Heer van Saasveld en Brandlicht, die volgt.
2. Goossen van Reede.
3. Henrik van Reede.
4. Johanna van Reede, getrouwd met Johan, Heer van Almelo. In den Jaare 1452 voorzagen deeze die van het Vrieseveen van Handvesten; Heer Henrik, de Vader van Johanna, stondt daar over als getuige.

GOERT VAN REEDE, tradt in den echt met Jutta, of Judith van Ruitenberg, en verwekte daar bij:

1. ADRIAAN VAN REEDE, die volgt.
2. Frederik van Reede, getrouwd met Anna van Rossem, dogter van Jan, Heere van Rossem, Mijnerswijk, enz. en van Odeler van Zuijlen, Vrouwe van Nijvelt, Broekhuizen, enz. Naa ’s Mans overlijden hertrouwde deeze met Fredrik van den Boetselaar, Zoone van Dirk van den Boetselaar, Heere van Schuilenborg en ter Mollen.

ADRIAAN VAN REEDE, Heer van Saasveld en Brandlicht, was, in den Jaare 1497 en vervolgens, ten tijde van Fredrik van Baden, Bisschop van Utrecht, beschreeven onder de Edelen van het Landschap Overijssel, wegens Twente; als mede onder Bisschop Frederiks opvolger. Die van Zwolle thans van den Bisschop afgevallen zijnde, en zich onder de bescherming van den Hertog van Gelder begeeven hebbende, namen, op den tienden Julij des Jaars 1521, Heer ADRIAAN gevangen. Twee jaaren laater bekwam hij zijne vrijheid, ten koste van het Huis Saasveld, welk hij aan den Bisschop opdroeg. In den Jaare 1527 wordt hij vermeld als een der Geheimraaden van HENRIK VAN BEYEREN, Bisschop van Utrecht. Daarenboven bekleedde hij den post van Huis-Maarschalk bij eenige der Utrechtsche Kerkvoogden. Bij zijne huisvrouwe Lucia van Goor, dogter van Jan van Goor, Heere van Heel, en van Johanna, dogter van den Burggraave van Montfoort, verwekte hij de volgende kinderen:

1. GOERT VAN REEDE, Heer van Saasveld, die volgt.
2. Lucia van Reede.
3. Agnes van Reede, getrouwd met Menso van Heiden, tot Astrup, in het Sticht van Osnabrugge.
4. Maria van Reede, gehuwd met Herman van Westerhold, tot Koppel, in het Sticht van Munster.
5. Johan van Reede, Drost van Haaxbergen, Diepenhem en Laaghe, in den Jaare 1549 en vervolgens.
6. Botter van Reede, Kanunnik te Utrecht.
7. Eene dogter N. N.
8. HENRIK VAN REEDE, Heer tot Brandlicht. Naa de opgave der naakoomelingen van zijnen oudsten broeder, zal van deezen breeder gesproken worden.

GOERT VAN REEDE, Heer van Saasvelt, gebooren in de maand September des Jaars 1516, bekleedde het ampt van Hoofdschout van Utrecht, zints de maand October des Jaars 1555 tot in de maand April des Jaars 1564, wanneer hij daar van vrijwilligen afstand deedt. Intusschen wierdt Heer GOERT met de Ridderhofstad Amerongen beleend, en, uit dien hoofde, in de Ridderschap des Lands van Utrecht beschreeven. In den Jaare 1544 was hij in den echt getreeden, met Geertruid van Nijenrode, dogter van Ernst van Nijenrode, Heere van Zuilestein, en van Margareta van Renesse. Ingevolge diens Huwelijks wierdt Heer GOERT insgelijks beleend met de Ridderhofstad Zuilestein, in den Jaare 1558; hij wierdt, in den Jaare 1580, door aankoop, eigenaar van de Ridderhofstad ter Horst, of Nederhorst. In den Jaare 1584 was hij een der Gemagtigden, door ’s Lands Staaten benoemd, om met HENRIK DEN III, Koning van Frankrijk, over de Opdragt der Nederlanden aan zijne Majesteit te handelen. Terwijl de Gezanten, die de reize te Zee doen zouden, in den Briele op eene gunstige gelegenheid wagtten, wierdt Heer GOERT onpasselijk. Hij keerde dan te rug, en overleedt, op den negentienden April van het volgende Jaar 1585. Bij zijne Huisvrouw, die hem bijkans twintig jaaren overleefde, hadt hij de volgende kinderen verwekt:

1. Gijsbert van Reede, ongehuwd in Italie overleeden.
2. ADRIAAN VAN REEDE, Heer van Saasvelt, die volgt.
3. FREDERIK VAN REEDE, Heer van Amerongen, volgt insgelijks.
4. Johanna van Reede, getrouwd met Jan van den Bongaart, Zoone van Bernd, Heere van Bongaart, ter Lucht, enz. en van Elizabeth Turk, Vrouwe van Nijenrode.
5. Maria van Reede, gehuwd, in den Jaare 1600, met Bernd, Heere van Bongaart, broeder van den Man van haare Zuster.
6. Lucia van Reede, getrouwd, eerst met Adolf van Rechteren, Zoone van Johan van Rechteren en van Agnes van der Clooster; vervolgens met Floris Hartard van den Boetselaar, Heere van Odekirchen, Zoone van Floris van den Boetselaar, Heere van Karnis, en van Odilia van Flodorp, Vrouwe van Odekirchen.
7. Johan van Reede, ongehuwd in Frankrijk gestorven.
8. Bernd van Reede.
9. GERARD VAN REEDE, Heer van Nederhost, van wien, naa zijne twee ouder broeders, zal gesproken worden.
10. Alijd van Reede, Vrouwe van Zuilestein, getrouwd, in den Jaare 1586, met Thomas Maria Wingfeld, Ridder, Heere van Grenu, een Engelsch’ Kolonel.
11. N. N. een Zoon, jong gestorven,

ADRIAAN VAN REEDE, Heer van Saasveld, is geweest Groothofmeester van ERNST VAN BEYEREN, Prinse-Bisschop van Luik. Hij nam ter Vrouwe Anna van Duras, Weduwe van Enatten, en verwekte bij haar deeze kinderen:

1. GERARD VAN REEDE, Heer van Saasvelt, van wien straks nader.
2. Willem van Reede, Heer van Heurm, Teijchelerijen, enz. getrouwd met Maria van Cortenbach, en Vader van de volgende kinderen:
a. Maria Catharina van Reede, gehuwd aan François Philippe d’Ive, Heere van Soije en Godion.
b. Veronica van Reede, Kloosterjuffer in het Keizerlijk Sticht te Borchet.
c. Maria van Reede, insgelijks Kloosterjuffer.
d. Adriana van Reede, Geestlijke in het Klooster te Herkenrode.
e. Margareta van Reede, Kanunnikesse van St. Maria, te Keulen, getrouwd met Ivo van Hoen van Chatiel, Heere van Stokkum.
f. Margareta van Reede, Geestlijke in het Klooster te Mijlen.
3. Godard Adriaan van Reede, Heer van Printhagen; hij was Edelman van de Kamer van den Prinse-Bisschop van Luik, en Groot-Drossaart van het Graafschap van Loon. Zijne Echtgenoote was Maria van Merode, en hij bij dezelve Vader van:
a. Margareta Isabella van Reede, getrouwd met Ferdinand van Lijnden, Baron van Froidcourt, Zoone van Karel Ernst van Lijnden, Groot Hofmeester van den Prinse-Bisschop van Luik en Gouverneur van Franchimont.
b. Maria Johanna van Reede, Geestlijke in het Klooster van Herkenrode.
C. Johanna Eleonora van Reede, getrouwd met Johan van Heijnsdale, Heere van Wikveld en Wechmaal.
d. Anna Françoise van Reede, Kloosterjuffer te Vrouwendaal, bij Hoei.
e. Barbara Robertina van Reede, Geestlijke in het straks genoemde Klooster.
f. Maximiliaan van Reede, Geestlijke in het Klooster Paix de Dieu.
g. Machtelt van Reede, Geestlijke te Mijlen, bij St. Truien.
4. Ernestina van Reede.
5. Lucia Margareta van Reede.

GERARD VAN REEDE, Heer van Saasvelt, nam ter Vrouwe, in den Jaare 1609, Maria van Wijhe, Vrouwe van Herne, Nijenrode en ter Lucht, en verwekte de volgende kinderen:

1. Anna Margareta van Reede, getrouwd, eerst, met Robbert d’Mijenteau, Heere van Ochem, Paire, enz. wiens moeder was Anna van Groesbeek; naderhand, met Albert Eugene de Lanoij, Baron van Clervaux, d’Enerij, Heere van Wermerange, Bletange, Bolland, Zuilemont, Trembleur, Kapitein.
2. Joachim van Reede, Heer van Saasvelt, getrouwd met eene dogter uit het Geslagt van Spies van Heinsberg, bij welke hij verwekt heeft eenen Zoon, Gerard Adriaan van Reede, Heer van Saasvelt, en, naa het overlijden van zijne Grootmoeder, ook Heer van Nijenrode, en gehuwd met eene dogter uit het Geslagt van Drosten.
3. Cornelia Agnes van Reede, Kanunnikesse te Nivelle.
4. Reinard Adriaan van Reede, Heer van Herne, Drost van ’t Land van Ravestein; getrouwd met Anna van Lijnden, dogter van Dirk van Lijnden, Baron van Hemmen, Heere van Blitterswijk, en van Heilwig Vijch.
5. Bernardina van Reede, Kanunnikesse te Nivelle.

FREDERIK VAN REEDE, Heer van Amerongen, boven vermeld, als de Zoon van Goert van Reede en Geertruid van Nijenrode, gebooren op den veertienden Julij des Jaars 1550, wierdt Kanunnik in het Kapittel ten Dom, te Utrecht, in de maand September des Jaars 1564, en deedt afstand van zijne Kanunnikdije, in de maand October des Jaars 1594. In de maand Junij des Jaars 1597 wierdt hij beschreeven in de Ridderschap des Lands van Utrecht. Hij is tweemaal getrouwd geweest: eerst met Kornelia van Oostrum, dogter van Johan van Oostrum en van Maria van Oostrum, in den Jaare 1600 overleeden; vervolgens, in den Jaare 1610, met Catharina van Mervelt, Weduwe van Bartholomeus van Waal, Heere van Moersbergen, dogter van Adolf, Heere van Mervelt, en van Johanna van Dorth. Heer FREDERIK overleedt in de maand Julij des Jaars 1611, hebbende verwekt, bij zijne eerste Huisvrouwe:

1. GODARD VAN REEDE, Heer van Amerongen en Ginkel, die volgt.
2. Dirk Adolf van Reede, Geestlijke.
3. Geertruid van Reede, getrouwd met Henrik van Brederode, Heer van den Bolle, Drost van Ameiden.
4. Margareta Maria van Reede, Kloosterjuffer in het Adelijk Klooster van Oudwijk, bij Utrecht.
5. Ernst van Reede, Kapitein, en vervolgens Maarschalk van Eemland, in het Sticht van Utrecht, gehuwd met Kornelia van Renesse van Wilp, dogter van Johan van Renesse, Heere van Wulven en Wilp, en van Hester van Hattum, en bij haar Vader van
a. Frederik van Reede, getrouwd met eene dogter uit het Geslagt van ter Beek, bij welke hij twee Zoonen verwekte.
b. Hester Willemina van Reede.
c. Kornelia van Reede, eerst getrouwd met N. N. van Camons, Heere van Vuren, vervolgens met N. N. van Bronkhorst, Heere van Hulsden.

GODARD VAN REEDE, Heer van Amerongen en Ginkel, beschreeven in de Ridderschap des Lands van Utrecht, en in den Jaare 1641 Afgevaardigde in het Leger der Algemeene Staaten. Terwijl hij dien last bekleedde, wierdt hij ziek, en na Bergen op den Zoom gevoerd zijnde, overleedt aldaar, in de maand October des gemelden jaars, in den ouderdom van bijkans negenenveertig jaaren. Bij zijne Huisvrouwe Anna van den Boetselaar van Fautenburg, die vervolgens nevens hem te Amerongen begraaven wierdt, hadt hij verwekt:

1. Frederik Adolph van Reede tot Amerongen, Kanunnik van den Dom te Utrecht, en Kornet, tradt in ’t huwelijk met Ernestina van den Boetselaar, Vrouwe van Fautenburg, dogter van Rutger van den Boetselaar, Heere van Fautenburg, en van Beatrix Mulert. Hij overleedt zonder kinderen, in 't vierentwintigste jaar zijns onderdoms. Zijne Weduwe hertrouwde, zedert, met Antoni van Haarsolte, Heere van Herxen.
2. Kornelia Elizabeth van Reede tot Amerongen, gehuwd, in den Jaare 1633, met Philebert van Tuil van Serooskerken, Heere van Wulven, Serooskerken, enz. beschreeven in de Ridderschap des Lands van Utrecht, en in de maand Januarij des Jaars 1661 overleeden. Zijn Lijk wierdt begraaven te Amerongen, met deeze zestien Kwartieren en het volgende bijschrift.

TUIL VAN SEROOSKERKEN. VAN EYNDE. WYNGAARDEN. ZUILEN VAN NYVELD.

MICAULT. WELLE VAN CATS. SPRUIT. SONNEVELD.

SANDELYN. BRIMEU. CROESING. CRUININGEN.

VAN DE WERVE. CUIK. BOURBONNOIS. TEILINGEN.

Hier onder leyd het stof en d'assche

Van d'Edele PHILIBERT VAN TUIL,

Hy was voor land en kerk een kop're zuil.

Zijn ziel, in Christus bloed gewassche,

Leeft eeuwig en blyft onverdurven.

Soo deugt, en trouw, en dapperheit van geest

Had schend-vry van de bleke doodt geweest,

Heer PHILIBERT waar nooit gestorven.



O. 7 Jan. 1661.

Zijne Huisvrouw, gestorven in den Jaare 1666, legt te Houten begraaven, met de volgende zestien Kwartieren en Bijschrift.

REEDE. GOER. BOETSELAAR. SMULLENIK.

NYENRODE. RENESSE. SCHENK. REBERSRUIT.

OOSTRUM. ABKOUDE VAN MEERTEN. MEERVELDT. LANGEN.

OOSTRUM. SPRUIT VAN KRIEKENBEK. DORTH. HESWYN.

Vrouw Cornelia Elizabeth van Reede tot Amerongen,

Vrouwe Douariere van Wulven, Serooskerken, &c.

O. 23 Aug. 1666.



3. Anna Walburg van Reede tot Amerongen, gehuwd, in den Jaare 1645, met Johan van Tuil van Serooskerken, Heere van Soelekerke, Philipsland, enz., Zoone van Arend van Tuil van Serooskerken, Heere van Soelekerke, en van Catharina Ockersen. Zij overleedt te Zierikzee, haare Geboorteplaats, in ’t einde van het Jaar 1661, in haar vijfenveertigste jaar, en wierdt te Amerongen begraaven.
4. Catharina van Reede van Amerongen, eerst getrouwd met Arend van Randwijk, Ritmeester, en naderhand met Karel Alexander van Berk, bij welken zij in het Kraambedde storf, in de maand November des Jaars 1651.
5. GODARD ADRIAAN, Baron van Reede, Vrijheer van Amerongen, die hier naa volgt.
6. Geertruid van Reede van Amerongen, ongehuwd overleeden.
7. Margareta Maria van Reede van Amerongen, insgelijks ongetrouwd gestorven.

GODARD ADRIAAN, Baron van Reede, Heer van Amerongen, Ridder van de Orde van den Olifant, in Januarij des Jaars 1642 Maarschalk geworden van de Stad en den Lande van Montfoort, in het Sticht van Utrecht, doch straks daar op van dien post afstand gedaan hebbende, wierdt in de maand Maart van dat zelfde jaar beschreeven in de Ridderschap des Lands van Utrecht, en van wegen dezelve afgevaardigd ter Vergaderinge van de Algemeene Staaten in ’s Hage. Naadat hij, in den Jaare 1655, een Gezantschap in Deenemarke hadt waargenomen, vertrok hij, in de zelfde hoedanigheid, na Spanje. Tweemaalen deedt hij, zedert, eenen keer na Deenemarke, in de Jaaren 1665 en 1667, de laatste reize om de uitrusting van veertig Oorlogschepen te bevorderen, waar in hij gedeeltelijk slaagde. In den Jaare 1672 eene Commissie aan het Berlijner Hof, bij den Keurvorst van Brandenburg, hebbende waargenomen, zonden hem de Algemeene Staaten wederom derwaarts, in den Jaare 1679, om den Keurvorst af te trekken van vijandelijke bedoelingen tegen den Staat. De Heer van REEDE vertoefde thans een geruimen tijd aan dat Hof. Geduurende zijn verblijf betoonde hij zijnen ijver voor de belangen van den Vaart der Nederlanders op de Kust van Afrika, ter gelegenheid dat de Keurvorst een plan beraamd hadt, om eene Afrikaansche Maatschappij te Embden op te rigten. Ondanks zijne hooge jaaren, naa zijne wederkomst van Berlijn, aanvaarde de Heer van Reede van nieuws een Gezantschap na Deenemarke, vóór of in den Jaare 1690. In het volgende jaar bewerkte hij aldaar een Verdrag van Koophandel, tusschen den Koning van Groot-Britannie en de Algemeene Staaten aan de eene zijde, en den Koning van Deenemarke aan den anderen kant. Hij overleedt, niet lang daar naa, te Koppenhagen, op den negenden October des Jaars 1691, in den ouderdom van zeventig jaaren. Het Lijk wierdt met een Oorlogschip herwaarts gevoerd, en te Amerongen begraaven. Bij zijne Echtgenoote, Margareta Turnor, liet hij geene kinderen naa, behalven

GODARD, Graaf van Athlone, Baron van Reede, Ginkel en Agrim, Vrijheer van Amerongen, Heer van Lievendaal, enz. Ridder van de Orde van den Olifant, Landcommandeur van de Balije der Duitsche Orde te Utrecht, Veldmaarschalk van de Legers van den Staat der Veréénigde Nederlanden, Gouverneur van de Provincie van Utrecht, en Dijkgraaf van den Lekkendijk bovendams. Daarenboven wierdt hij, in de maand April des Jaars 1674, door Prins WILLEM DEN III, beschreeven in de Ridderschap des Lands van Utrecht, doch nam eerst zitting naa zijns Vaders overlijden; ruimende, naa verloop van etlijke jaaren, zijne plaats in voor zijnen oudsten Zoon. Hij verzelde Prins WILLEM DEN III op deszelfs overtogt na Engeland, en deedt aan denzelven geene kleine diensten, onder andere door het behaalen van aanzienlijke voordeelen, op de vijanden, in Ierland, ’t welk, door zijn beleid, voornaamelijk, tot onderwerping genoodzaakt wierdt. Koning WILLEM erkende ’s Mans verdienste, door het schenken van de tijtels van Graaf van Athlone en Baron van Agrim. Het Parlement van Ierland begiftigde hem, daarenboven, met eenige landerijen. Toen de Franschen, in den Jaare 1702, eenen toeleg maakten om Nieuwmegen te verrassen, noodzaakte hij dezelven, van hun voorneemen af te zien. Heer GODARD was gehuwd met Ursula Philippota van Raasveld, Vrouwe van Middagten, Hervelt, Rouenburg, Nienburg, enz., dogter van Reinier van Raasveld en Margareta van Leefdaal. Hij overleedt te Utrecht, in de maand Februarij des Jaars 1703, wierdt te Amerongen begraaven, en liet de volgende kinderen naa:

1. Margareta, Baronesse van Reede tot Amerongen, getrouwd met Johan Henrik van Isendoorn van Blois, Heere van Kannenberg, Kolonel van het Stichtsche Regiment te paerd, gesneuveld, in den Slag van Ekeren, op den dertigsten Junij des Jaars 1703.
2. FREDERIK CHRISTIAAN, Graaf van Athlone, Baron van Reede en Agrim, Vrijheer van Amerongen, Ginkel en Elst, Heer van Lievendaal, Lieutenant Generaal over de Ruiterij van den Staat der Veréénigde Nederlanden, Gouverneur van de Stad Sluis en onderhoorige Steden en Sterkten in Staats-Vlaanderen, en, zints den vrijwilligen afstand van zijnen Vader, in de maand December des Jaars 1701 beschreeven in de Ridderschap des Lands van Utrecht. Hij overleedt te Sluis in Vlaanderen, op den vijftienden Augustus des Jaars 1719, het eenënvijftigste Jaar zijns ouderdoms, en wierdt te Amerongen begraaven, naalaatende, bij zijne Echtgenoote, Henrietta van Nassau tot Zuilenstein, dogter van Willem van Nassau, Graave van Rochefort, Heere van Zuilestein en Wagestein, de volgende kinderen, van welke de naakoomelingen nog heden, in het Sticht, met luister bekend zijn:
a. Godard Adriaan, Graaf van Athlone, Baron van Reede en Agrim, Vrijheer van Amerongen, Ginkel en Elst, Heer van Lievendaal.
b. Frederik Willem, Baron van Reede tot Amerongen,
c. Urselina Christina Reinira, Baronesse van Reede tot Amerongen.
3. Anna Ursula, Baronesse van Reede tot Amerongen, getrouwd met Dirk Wolter van Lijnden, Baron van Hemmen, Heere van Blitterswijk, Amptman, Regter en Dijkgraaf tusschen Maas en Waal.
4. Renira, Baronnesse van Reede tot Amerongen.
5. Jacoba, Baronnesse van Reede tot Amerongen, getrouwd met N. N. Corswaren, Graaf van Nijle, Brigadier in dienst der Algemeene Staaten.
6. Godard Adriaan, Baron van Reede, Heer van Herreveld, beschreeven, wegens het Kwartier van de Veluwe, in de Ridderschap van Gelderland, Landdrost van de Veluwe, Lieutenant Opperjaagermeester van Gelderland, Ridder van de Duitsche Orde in de Balije van Utrecht, en, als zodanig, Kommandeur te Maasland. Hij was getrouwd met Maria van Nassau tot Zuilestein, zuster van zijns broeders Echtgenoote, en liet bij zijnen dood, voorgevallen op den tweeden Maij des Jaars 1730, de volgende kinderen naa:
a. Ursulina Philippina, Baronnesse van Reede tot Herreveld, gehuwd, in den Jaare 1730, met Francois van Randwijk, Heere van Beek, Lieutenant Kolonel van een Regiment Voetvolk in dienst van den Staat.
b. Willemina, Baronesse van Reede tot Herreveld.
c. Godard Adriaan, Baron van Reede tot Herreveld.
7. Agnes, Baronnesse van Reede tot Amerongen, gehuwd met Johan Philips Christoffel, Baron van Keppel tot Stoevelaar, van wegens het Kwartier van Twente, in den Jaare 1712, beschreeven in de Ridderschap van Overijssel.
8. Willemina, Baronnesse van Reede tot Amerongen, ongetrouwd overleeden.
9. Reijnhard, Baron van Reede, Heer van Ginkel, Middagten, Zuilenburg en Rouenburg, Burgman tot Nienburg, Ridder van de Malteeser Orde, en Kommandeur te Werden, Generaal Majoor van de Ruiterij en Generaal Kwartiermeester der Legers van den Staat, Kolonel onder het Stichtsche Regiment Paerdevolk, Gouverneur van Venlo en onderhoorige Forten, Kanunnik in het Kapittel ten Dom te Utrecht, en Proost van Elst.
10. Willemina, Baronnesse van Reede tot Amerongen, ongehuwd gestorven.
11. Jakob, Baron van Reede tot Amerongen, Kapitein ter Zee, in de maand Augustus des Jaars 1724, ongetrouwd overleeden.
12. Willem, Baron van Reede tot Amerongen, Kapitein onder het Voetvolk, ongehuwd gesneuveld, op den drieëntwintigsten Augustus des Jaars 1706, in het beleg van Menen.
13. Hester, Baronnesse van Reede tot Amerongen, getrouwd met den Heer van Asbeek.
14. Dorothea, Baronnesse van Reede tot Amerongen.

GERARD VAN REEDE, Heer van Nederhorst, op N°. 9. vermeld onder de kinderen van GOERT VAN REEDE, Heere van Saasveld, wierdt Kanunnik ten Dom te Utrecht, op den vijftienden October des Jaars 1575, en in de maand Maij des Jaars 1595 beschreeven onder de Geëligeerden, ter Vergaderinge van de Staaten des Lands van Utrecht. Hij deedt daar van afstand in de maand November des Jaars 1611, en is niet lang daar naa overleeden. Bij zijne huisvrouwe, Machtelt van Diest, dogter van Jan van Diest, was hij Vader van

1. Johanna van Reede van Nederhorst, Abtdisse van het Klooster te Mariendaal, bij Utrecht.
2. Lucia van Reede van Nederhorst, getrouwd, in de maand Augustus des Jaars 1616, met Ernst van Abcoude van Meerten, Schout van Amersfoort, Drost van Vianen, en Kapitein. Zij stierf kinderloos, in de maand October 1635.
3. Regina van Reede van Nederhorst, getrouwd, in den Jaare 1616, met Hugo van Zuilen van Nijvelt, Zoone van Amelis van Zuilen van Nijvelt en van Catharina van Blois van Treslong.
4. Margareta van Reede van Nederhorst, in April 1611 gehuwd met Henrik Zoudenbalch, Dijkgraaf van den Lekkendijk bovendams.
5. GODARD VAN REEDE, Heer van Nederhorst, enz. die volgt.
6. ERNST VAN REEDE, Heer van Vuersche en Drakestein; van deezen zal in ’t vervolg gesproken worden.
7. Geertruit van Reede van Nederhorst, gehuwd, in den Jaare 1612, met Dirk van der Does van Noordwijk, Heere van Bergestein, Zoone van Jan van der Does, Heere van Noordwijk, beschreeven in de Ridderschap des Lands van Utrecht. Zij overleedt, in hoogen ouderdom, in den Jaars 1684.
8. Maria van Reede van Nederhorst.
9. JOHAN VAN REEDE, Heer van Renswoude, van wien, agter zijne twee gemelde broeders, nader verslag zal gedaan worden.
10. Sara van Reede van Nederhorst, getrouwd, in den Jaare 1622, met Adriaan van Rossem, Kapitein van eene Kompagnie Voetvolk en Maarschalk van het Oversticht van Utrecht.
11. Elizabeth van Reede van Nederhorst, ongehuwd overleeden.
12. Anna Maria van Reede van Nederhorst eerst getrouwd met Thomas Williams, een Engelsch’ Edelman, daar naa met Maurice de la Baije, Ridder, Baron van Theijl, Heere van Ninée, Pont fur Vaune, enz., Kapitein van eene Kompagnie Voetvolk.
13 Beernt Adolph van Reede tot Nederhorst, Edelman van Prinse Fredrik Henrik, daar na Maarschalk van Eemland, in het Sticht van Utrecht. Bij zijne Echtgenoote Constantia Magnus was hij, bij zijn overlijden, voorgevallen in den Jaare 1667, Vader van
a. Gerard van Reede, getrouwd met Geertruid van der Mark.
b. Jakob van Reede, Kapitein, getrouwd met Kornalia Gisberta Botter van Snellenberg, dogter van Philips Botter van Snellenberg, Heere van Maarsenbroek en Boelestein.
c. Machtelt van Reede, getrouwd met Huibert Vork van Lijnden, Kapitein.
d. Elizabeth van Reede.
e. Petronella van Reede.
f. Pieter van Reede.
g. Anna van Reede, getrouwd met N. N. van de Perre. '
h. Godard van Reede.
i. N. N. overleeden in 1638.

GODARD VAN REEDE, Heer van Nederhorst, Kortehoef, Vreeland, Overmeer, Zoon van Heere GERARD VAN REEDE, N 5. vermeld, gebooren 30 September 1588, wierdt Kanunnik ten Dom van Utrecht in den Jaare 1600, doch deedt ’er afstand van in den Jaare 1618. Kort daar naa wierdt hij beschreeven onder de Ridderschap ’s Lands van Utrecht, en nam als zodanig zitting in de Vergadering der Algemeene Staaten. Op de Vredehandeling te Munster, in den Jaare 1646, verscheen hij als een der Gevolmagtigden van hun Hoog Mogenden, en overleedt op den vijfentwintigsten Junij 1648. Hij is tweemaal getrouwd geweest: eerst met Emerentiana Oom van Wijngaarden, dogter van Gerrit Oom van Wijngaarden; vervolgens met Catharina van Utenhoven. Het laatste huwelijk was onvrugtbaar; doch in ’t eerste hadt hij de volgende kinderen verwekt:

1. Machtelt van Reede tot Nederhorst, getrouwd, in ’t Jaar 1640, met Beernt van Oostrum, Heere van Broekhuizen, beschreeven in de Ridderschap des Lands van Utrecht.
2. Sandrina van Reede tot Nederhorst, in den jaare 1644 gehuwd aan Ansem Boll, Heere van Rijmstein, Hoofdschout der Stad Utrecht, en gestorven in den Jaare 1697.
3. GERARD VAN REEDE, Heer van Nederhorst, die hier naa zal volgen.
4. Maria van Reede tot Nederhorst, getrouwd met David van Zuilen, Heere van Natewisch, beschreeven in het Lid der Edelen ’s Lands van Utrecht.
5. Hendrina van Reede tot Nederhorst, ongehuwd overleeden.
6. Margareta van Reede tot Nederhorst, getrouwd met haaren Neeve GERARD VAN REEDE, Heere van Vuersche en Drakestein, die hier naa zal volgen.
7. Frederik Henrik van Reede tot Nederhorst.
8. Emerentia van Reede tot Nederhorst, eerst getrouwd met Jakob van Zuilen van Natewisch, en naderhand met Huibert Vonk van Lijnden, Heere van Tollenberg.

GERARD VAN REEDE, Heer van Nederhorst, Kortehoef, Vreeland, Overmeer, Horstweert, enz. in den Jaare 1644 Kanunnik van de Kerk van Oud-Munster te Utrecht, en in den Jaare 1648 beschreeven onder het Lid der Geëligeerden ‘s Lands van Utrecht. Tweemaalen is hij getrouwd geweest: eerst, in den Jaare 1649, met Anna Elizabeth van Lokhorst tot Zuilen, dogter van Adam van Lokhorst, Heere van Zuilen, Westbroek, enz. en van Zwana van Ledenberg; vervolgens, in den jaare 1657, met Agnes van Reede tot Drakestein, zijne volle Nicht, dogter van ERNST VAN REEDE, die straks zal volgen. Hij overleedt, in den Jaare 1670, nalaatende, bij zijne eerste Echtgenoote, Anna Elizabeth van Reede tot Nederhorst, Vrouwe van Zuilen, Westbroek, Zwefereng, enz. gehuwd, in den Jaare 1665, met Henrik Jakob van Tuil van Serooskerken, Zoone van René van Tuil van Serooskerken, Heere van Stavenisse, Rijnhuizen, enz en van Agnes van Reede tot Drakestein, en beschreeven, in den Jaare 1607, in het Lid der Edelen ’s Lands van Utrecht. Zij overleedt in den Jaare 1682.

ERNST VAN REEDE, Heer van Vuersche en Drakestein, onder de kinderen van Heere GERARD VAN REEDE, Heere van Nederhorst, N. 6 vermeld, wierdt, in den Jaare 1619 Lieutenant Houtvester ‘s Lands van Utrecht, en, drie jaaren laater, Maarschalk van het Overkwartier van het Sticht; van welken post hij, egter, in den Jaare 1625, vrijwilligen afstand deedt, en van den eersten in het volgende jaar. Naderhand kogt hij de Ambagtsheerlijkheid van de Vuersche en de Ridderhofstad Drakestein, en wierdt daarmede beleend in den Jaare 1634. In ’t einde van zijn leeven, ’t welk inviel in den maand October des Jaars 1640, hadt hij zitting in ’t Kollegie ter Admiraliteit te Amsterdam. Zijne Echtgenoote was Elizabeth van Utenhove, dogter van Antonij van Utenhove, Heere van Rijnestein, en van Agneta van Renesse van Baar, en hij bij haar Vader van de volgende kinderen:

1. GERARD VAN REEDE, Heer van Vuersche en Drakestein, die volgt.
2. Maria van Reede tot Drakestein, in 1630 overleeden.
3. Agnes van Reede tot Drakestein, eerst getrouwd, in den Jaare 1636, met René van Tuil van Serooskerken, Heere van Rijnhuizen, Tienhoven, Stavenisse, enz. Zoone van Henrik van Tuil van Serooskerken en van Jacoba Oom van Wijngaarden tot Beerthuizen, beschreeven in het Lid der Edelen ‘s Lands van Utrecht, en van wegens hetzelve afgevaardigd ter Vergaderinge van de Staaten Generaal; vervolgens, in den Jaare 1657, met haaren Neef Gerard van Reede, Heere van Nederhorst, boven vermeld. Zij overleedt in de maand Maij des Jaars 1692.
4. Johan van Reede van Drakestein, Vaandrig in dienst van den Staat, ongehuwd gestorven.
5. Machtelt van Reede van Drakestein, getrouwd, in den Jaare 1642, met Bartholomeus van Panhuis, Heere van Voorn, Hoofdschout der Stad Amersfoort, en President van het Hof van Utrecht.
6. Frederik van Reede van Drakestein, Kapitein, in een gevegt tegen de Portugeezen, in den Jaare 1649, in Brazil, ongehuwd gesneuveld.
7. Margareta van Reede van Drakestein, in den Jaare 1652, ongehuwd overleeden.
8. Anthoni van Reede van Drakestein, zijnde geweest Pagie bij den Prins van Oranje.
9. Maria van Reede van Drakestein, gehuwd, in den Jaare 1655, met Dirk van Baar.
10. Karel van Reede van Drakestein, Ridder van de Johanniter Orde, en Overschenk van den Keurvorst van Brandenburg.
11. Henrik Adriaan van Reede van Drakestein, naa aankoop beleend met de Ridderhofstad Mijdrecht, in den Jaare 1680, en, diensvolgens, beschreeven in de Ridderschap des Lands van Utrecht. Bij zijne Echtgenoote N. N. hadt hij eene dogter, Francina van Reede, Vrouwe van Mijdrecht, getrouwd met Anthoni Karel van Panhuis tot Voorn.

GERARD VAN REEDE, Heer van Vuersche en Drakestein, boven genoemd, wierdt, in den Jaare 1642, beschreeven in de Ridderschap ’s Lands van Utrecht. Tweemaalen is hij getrouwd geweest: eerst met Catharina van Teilingen, daar naa met zijne Nigt Margareta van Reede tot Nederhorst, boven genoemd. Hij overleedt in den Jaare 1669. De kinderen, in het tweede huwelijk verwekt, vinden wij niet genoemd; die van het eerste waren:

1. Ernst van Reede tot Drakestein.
2. Florentius van Reede tot Drakestein.
3. Ernestina Elizabeth van Reede tot Drakestein, in 1669 ongetrouwd overleeden.
4. Florentia van Reede tot Drakestein, in 1656 ongehuwd gestorven.
5. Godard van Reede tot Drakestein.
6. Regina Elizabeth van Reede tot Drakestein.
7. Henriette van Reede tot Drakestein.

JOHAN VAN REEDE, Heer van Renswoude, onder de kinderen van GERARD VAN REEDE, Heere van Nederhorst, N. 9. vermeld, wierdt Kanunnik ten Dom van Utrecht, in den Jaare 1611, tot Deken van het Dom Kapittel verkoozen in den Jaare 1620, en door koop eigenaar geworden zijnde van de Ridderhofstad Renswoude, in den Jaare 1623 daar mede beleend. Zedert nam hij zitting onder het Lid der Geëligeerden, in de Vergadering der Staaten van Utrecht. In den Jaare 1644 vertrok hij, als Gezant der Algemeene Staaten, na Engeland, en wierdt, ’s jaars daar aan, door Koning KAREL DEN I tot de waardigheid van Baron verheven. In den Jaare 1652 wierdt hij President van de Vergaderinge der Staaten van Utrecht. In de maand December des Jaars 1671, den ouderdom van bijkans tachtig jaaren bereikt hebbende, ontdeedt hij zich van alle openbaare ampten en bedieningen. Nogthans wierdt hij, in de maand April des Jaars 1674, door Prins WILLEM DEN III, tot President van ‘s Lands Staaten en Supernumerair Geëligeerde Raad aangesteld. Boven dit alles hadt hij ook een Gezantschap, van wegen de Algemeene Staaten, waargenomen bij den Koning van Deenemarke, die hem met de Ridderorde van den Olifant begiftigde. Hij overleedt in de maand Februarij des Jaars 1682. Bij zijne huisvrouwe Jacoba van Eede, met welke hij ruim vijfenvijftig jaaren in den echt geleefd heeft, hadt hij verwekt de volgende kinderen:

1. GERARD, Baron van Reede, Heer van Renswoude, die volgt.
2. Jacoba, Baronnesse van Reede tot Renswoude, getrouwd met Gijsbert van Hardenbroek, Heere van Heer-Jansdam, Maarschalk van het Nederkwartier van Utrecht. Zij overleedt in de maand October des Jaars 1646.
3. Machtelt, Baronnesse van Reede tot Renswoude, getrouwd met Gijsbert van Hardenbroek, Luitenant Kolonel van een Regiment Voetvolk, en Gouverneur van de Stad Hulst. Zij stierf in de maand April des Jaars 1692.
4. Maria Magdalena, Baronnesse van Reede tot Renswoude, getrouwd met Otto Pijnssen van der Aa, Heere van Deijl.
5. Amelia Catharina, Baronnesse van Reede tot Renswoude, in den Jaare 1657 ongetrouwd overleeden.
6. Henrik, Baron van Reede tot Renswoude, in den Jaare 1656, van wegen de Algemeene Staaten, in Gezantschap vertrokken na ’t Hof van Spanje, alwaar hij een geruimen tijd vertoefde. Naa zijne wederkomst kogt hij de Ridderhofstad Schonauwen, en, in de maand April des Jaars 1667 daar mede beleend zijnde, wierdt hij, nog in ’t zelfde jaar, beschreeven in het Lid der Edelen des Lands van Utrecht. Hij stierf ongehuwd, in de maand September des Jaars 1669.
7. Frederik, Baron van Reede tot Renswoude, en, naa zijns broeders overlijden, Heer van Schonauwen, was Lieutenant Kolonel van een Hollandsch Regiment Voetvolk, en Kanunnik ten Dom, in November des Jaars 1691. In de maand Februarij des Jaars 1672 nam hij zitting, onder het Lid der Geëligeerden, ter Vergaderinge der Staaten ’s Lands van Utrecht, en wierdt, in de maand November des Jaars 1674, als Heer van Lier, beschreeven onder de Ridderschap van Holland. In de maand Maart des Jaars 1676 tradt hij in ’t huwelijk met Klara Elizabeth van der Mijl, dogter van Adriaan van der Mijl, Heere van der Mijl, Bakkum, Dubbeldam, Alblas, Bleskensgraaf, St. Antonipolder, enz. en van Petronella van Wassenaar Duivenvoorde; hij liet bij dezelve eene dogter naa, die de Echtgenoote wierdt van Wigbolt van der Does, Heere van Noordwijk, Oshem, enz.
8. Geertruit Margareta, Baronnesse van Reede tot Renswoude, in den Jaare 1653 ongetrouwd overleeden.

GERARD, Baron van Reede, Vrijheer van Renswoude, beschreeven, in den Jaare 1642, in het Lid der Edelen des Lands van Utrecht, nam ter Vrouwe Machtelt van Zuilen van Nijveld, dogter van Hugo van Zuilen van Nijveld en van Regina van Reede van Nederhorst, boven vermeld. Hij stierf in de maand December des Jaars 1666, nalaatende:

1. Johan, Baron van Reede, Vrijheer van Renswoude, Ritmeester, ongehuwd gestorven in den Jaare 1670.
2. Jacomina Maria, Baronnesse van Reede tot Renswoude, getrouwd, in den Jaare 1664, met Steven van Lijnden, Heere van Hoeflaken, in den Jaare 1662 Kanunnik ten Dom te Utrecht, en in de maand October des volgenden jaars verkoozen tot Geëligeerde Raad in het eerste Lid der Staaten des Lands van Utrecht. Doch vermits hij op dien tijd Rentmeester der Domeinen des Lands van Utrecht was, nam hij niet eerder dan in den Jaare 1668 zitting in de hooge Vergaderinge. Hij overleedt in den Jaare 1669. Meer dan zestig jaaren overleefde hem zijne Weduw, ongehuwd.
3. Godard Adriaan, Baron van Reede, Vrijheer van Renswoude, Kapitein, ongetrouwd overleeden.
4. Lucia Elizabeth, Baronnesse van Reede tot Renswoude, insgelijks ongehuwd gestorven.
5. Frederik Adriaan, Baron van Reede, Vrijheer van Renswoude, in den Jaare 1684 beschreeven in het Lid der Edelen des Lands van Utrecht, en wegens dezelve afgevaardigd ter Vergaderinge van de Algemeene Staaten der Veréénigde Nederlanden. Daarenboven verscheen hij als Gevolmagtigde van hun Hoog Mogenden op de Vredehandeling te Utrecht, in den Jaare 1712. In den jaare 1685 tradt hij in ’t huwelijk met Maria Duist van Voorhout, Weduwe wijlen den Heere Dirk van Hogeveen.

HENRIK VAN REEDE, Heer van Brandlicht, Zoon van Adriaan van Reede, Heere van Saasveld en Brandlicht, onder diens kinderen N. 8. vermeld, was eerst Domheer te Munster, doch tradt zedert in ’t huwelijk, in den Jaare 1574, met Elizabeth, Graavinne van Mansveld-Arnstein, dogter van Jan Albert, Graave van Mansveld-Arnstein. Hij overleedt in den Jaare 1692, nalaatende:

1. Anna Magdalena van Reede, getrouwd met Johan Turk tot Lengerich, te vooren Domheere te Munster.
2. JOHAN ALBRECHT VAN REEDE, die volgt.
3. Lucia Elizabeth van Reede, getrouwd met Kasper Diderik Schoorlemmer tot Overhagen.
4. Adriaan Henrik van Reede.
5. Dorothea Elizabeth van Reede, Geestlijke in het Klarissen Klooster te Munster.
6. Willem Frederik van Reede, eerst Domheer te Munster, en naderhand getrouwd met Elizabeth Turk tot Lengerich, bij welke hij verwekt heeft eene Erfdogter, Wilhelmina Frederica Ursula van Reede, Vrouwe van Lengerich en Langen, getrouwd met haaren Neef Johan Henrik van Reede, van wien straks nader.

JOHAN ALBRECHT VAN REEDE, Heer van Brandlicht, tradt in ’t huwelijk met Anna Sibijlla van Asbeek te Goeren, en verwekte bij haar deeze kinderen:

1. Johan Henrik van Reede, eerst Domheer te Munster, naderhand getrouwd met zijne Nicht Wilhelmina Frederica Ursula van Reede, boven vermeld.
2. Adriaan Diderik van Reede.
3. Adolph Frederik van Reede, Ridder van Malta, naderhand verkoozen tot Groot-Prioor van Duitschland, Prins en Vorst van Hestersheim.
4. Agnes Dorothea van Reede.
5. Joachim Adriaan van Reede.
6. Johannes Pleghelmus van Reede.
7. Elizabeth Anna van Reede.

< >