Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 09-12-2022

Monnikendam

betekenis & definitie

MONNIKENDAM, eene Stad in Noordholland, in rang de vijfde onder de Steden van het Kwartier, legt aan eenen inham van de Zuiderzee, welke zich uitstrekt langs den vasten Wal en het Eilandtje Marken. Haaren naam ontleent de Stad van het Meertje de Monnik, 't welk, eertijds, met de Zuiderzee vereenigd geweest zijnde, door het leggen van eenen Dam daar van afgescheiden is geworden. Al aan het einde der Dertiende Eeuwe vindt men van Monnikendam, onder de benaaming van Stad, gewag gemaakt. Veel heeft Monnikendam, in oude tijden, geleeden, zo door de inlandsche verdeeldheden, als door brand en andere rampen. In den Jaare 1572 koos het de zijde van Prinse WILLEM DEN I, ondanks de poogingen der Amsterdammers, die, in eenen togt derwaarts, van de veertig Vaartuigen, met welke zij gekoomen waren, wel achttien in den loop lieten.

Monnikendam heeft vier Poorten: de Nieuwe-Poort, de Zaksteegs-Poort, de Noordeinder-Poort en de Zuideinder-Poort. Rondom de Stad loopt een Aarden Wal, met boomen beplant, verstrekkende tot eenen niet onvermaakelijken Wandelweg, waar van men een fraai gezigt heeft over de omleggende vrugtbaare Weilanden en op eenen reeks Dorpen. De Koophandel, welke, bij ouds, hier merkelijk bloeide, wierdt bevorderd door eene goede en welgelegene Haven; doch die, al voor lange, door verzanding, onbekwaam is geworden tot het ontvangen van groote Schepen. Het getal der Huizen, welk men, in den Jaare 1632, op achthonderd en achttien schatte, was, bij de opneeming, eene Eeuw daar naa op zes honderd negenenzeventig verminderd. De Inwooners zouden omtrent tweeduizend bedraagen. Weinig zijn hier de Openbaare Gebouwen. Het Stadhuis vertoont niets merkwaardigs, dan zijnen Toren van eene zonderlinge gedaante. Van binnen bewaart men nog het Ridderteken van het Gulden Vlies, naa den merkwaardigen Zeeslag van den jaare 1573, door den Graaf van BOSSU, aan den Burgemeester KORNELIS DIRKSZOON, vereerd. De Gereformeerde Kerke staat bijkans onmiddelijk aan den Wal, bij de Nieuwe-Poort. Van ouds was zij aan den H. NIKOLAAS gewijd. Het is een ruim Gebouw, voorzien van eenen hoogen zwaaren Toren. De Lutherschen en de Doopsgezinden hebben 'er ieder eene nette Vergaderplaats, en de Roomschgezinden eene Statie. Al voor lang plagt Monnikendam den naam te hebben, dat 'er beter dan ergens zwarte zijde geverfd wierdt. De Regeering der Stad bestaat uit vijftien Vroedschappen, als mede uit Schout, vier Burgemeesters en zeven Schepenen.

< >