Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 31-10-2023

CHIMELOFARA, Chinnelofara of Chinneloes

betekenis & definitie

was de oude naam eener riviere, recht tegen over eene andere, die den naam van Medemelacha had, tusschen welke beiden de Gemerchen lagen. Keizer OTTO DE TWEEDE, die zeer mild was in het doen van giften aan Graaf DIRK DEN TWEEDEN, heeft niet alleen deszelfs gebied en landen, aan deze zijde van den Rhijn liggende, uitgebreid, tot aan de rivier Hisla, naderhand den Yssel genaamd, maar voegde ’er zelfs bij, alles wat loopt voorbij Kinnemum, of Kinnem, (een riviertje in Westfriesland, stroomende van de Schermer tot voorbij Putten in zee) tot aan de Chimelofara, die men thans te vergeefsch zou zoeken, als zijnde, al voor lang, in de Zuider-Zee verdweenen.

Een oud Schrijver noemt dit water Genelofaer, waarop men, echter, weinig staat kan maaken, alzo niemand, behalven den gewaanden KOLIJN, zo stout in het veranderen der naamen geweest is. Door Medemelacha weet men dat, doorgaans, de Lek, of Leek, bij Medenblik, verstaan wordt. Men heeft ook dezen naam gezocht of veranderd, in Hemelumerfort, een stroom, nog te vinden bij Stavoren; zijnde eigenlijk geen rivier, maar een meir. De oudheidkundigen weeten, dat men, in de oude giftbrieven, meermaals aan meiren den naam van rivier toegeschreeven vind. De brief, waarbij deze gift bevestigd werd, was gedagtekend te Nijmegen, den 23den van de maand Augustus des jaars negen honderd vijf-en-tagtig; en daardoor verkreeg Graaf DIRK DE TWEEDE, in eigendom, dat geen, ‘t welk hij, voorheen, ter leen plagt te bezitten. Wij zullen hier op thans geene aanmerkingen maaken, alzo wij dit reeds elders gedaan hebben, en ook nader zullen doen zien, dat wij, in eenige opzichten, aan de zogenaamde leenroerigheid aan het Keizerrijk niet veel geloof geeven. Het zij genoeg, de opvolging van Graaf ARNOUT, zoon van dezen DIRK, zonder bevestiging daartoe te vraagen, den voorstanderen daarvan hierbij in bedenking te geeven.

< >