één der Zeeuwsche Steden, op het Land van Schouwen, omtrent twee uuren gaans ten Noorden van Zierikzee. Wat de Oudheid van Brouwershaven aangaat, daarvan vindt men geene juiste bepaaling. BOXHORN wil dat haar naam oorspronglijk is van het Hollandsche, en wel van het Delfsche bier, ’t welk, voordat in Zeeland zelf Brouwerijen waren, aldaar, als de naaste haven zijnde, aangebragt en opgeslagen werd.
Men wil dat dit Brouwershaven, vóór het jaar 1461, slechts een Dorp was, en dat de Parochiekerk beneden den dijk, in het Ambacht Duivendijk, gestaan heeft. De Grootte van deze Stad, die in ’t geheel twee duizend zeven honderd en twintig gemeene treden uitmaakt, kan men verder afleiden uit het getal van drie honderd en zes huizen, waaronder ééne Brouwerij en een-en-veertig schuuren zijn. De Ingezetenen worden op duizend begroot, die hun meeste bestaan hebben van den landbouw, de rederij en vischvang. Ook vindt men ’er twee oesterputten, die aan Zierikzee in eigendom behooren. De Sterkte bestaat in een goede haven, vijf poorten, een aarden wal en gragten, gelegd in 1582; die, echter, meestendeels, in het jaar 1682, dooreen hoogen watervloed, met zand gevuld zijn. Tot de Godsdienstige gebouwen behoort de Kerk, dat een vrij groot en aanzienlijk gebouw is; zijnde, naar alle waarschijnelijkheid, dezelfde, die wij zo even de Parochiekerk noemden. In de jaaren 1743 en 1744 is aan dezelve merkelijke verbetering geschied. De Doopsgezinden plagten te Brouwershaven ook eene vergaderplaats te hebben; doch van deze Gemeente, en ook van die der Roomschgezinden, zijn ’er thans niet meer dan twee huisgezinnen. Verder vindt men ’er een Oudemannenhuis, een Weeshuis, een Schoolhuis, enz. Tot de Wereldlijke gebouwen behoort het Stadhuis, het Stads Waaghuis en Kraan. De Regeering bestaar ’er uit een’ Baljuw, twee Burgemeesteren en zestien Raadspersoonen, die de Vroedschap genoemd worden; negen Schepenen, twee Thesauriers en een’ Secretaris.
Brouwershaven heeft eenigen eigendom aan de Ambachtsheerlijkheden van Brijdorpe, Klaas Kinderkerke, Duivendijke en Loopers Kapelle in Schouwe. ’t Wapen der Stad is een zwarte Arend, met een rooden Leeuw, op een gouden Schild, en op de borst des Arends een geruit gouden Schildje, met twee zwarte en twee roode Leeuwen over het kruis, zijnde het wapen der Zeeuwschs Graaven uit den huize van Henegouwen/
Ieder stad of plaats heeft iets, waarop zij zig beroemen kan. Dit heeft ook plaats omtrent Brouwershaven, dat zig beroemen kan, den vermaarden JACOB CATS, op den 10den November 1577, binnen haare muuren het eerste licht te hebben zien aanschouwen.
Brouwershaven, om iets van deszelfs Lotgevallen te zeggen, stond voortijds onder het landrecht der Stad Zierikzee, en heeft ook onderscheidene Heeren gehad, als die van Borsselen, Bourgondiën, en andere. In het jaar 1566 werd hetzelve, wegens schuld, door MAXIMILIAAN VAN BOURGONDIËN verkocht. De kooper was toen PHILIPS DE TWEEDE, Koning van Spanje, voor twee duizend ponden Vlaams. In het jaar 1575 trokken de Spaanschen naar Brouwershaven, alwaar omtrent drie honderd Soldaaten ingelegd waren, die de plaats zeer lafhartig aan de Spanjaarden overgaven; zig verontschuldigende, met te zeggen dat de Roomschgezinde Burgers niet hadden willen vechten. Manlijker gedroegen de Ingezetenen zig in het jaar 1672, keerende de vijanden met allen moed en beleid zo wel af, dat zij zig naar elders moesten begeeven.
Na dien tijd heeft de oorlog hier geene rampen veroorzaakt; doch door water en vuur heeft de Stad meer dan eens groot nadeel geleeden. Op den 17den Augustus des jaars 1545 ontstond ’er in een Paphuis brand, die zo fel voortging, dat ’er meer dan drie honderd huizen in de assche gelegd werden. Op dat onheil volgde een slecht gewas, ’t welk de Inwooners zo zeer verarmde, dat zij buiten staat waren, de belastingen op de huizen te voldoen. Op den 26sten Januarij 1682, werd deze Stad, zo als meer andere Zeeuwsche Steden, door een ongemeenen watervloed zwaar beschadigd. De dijken, tot zeven in getal, braken door, en de velden werden met zout water overstroomd. De oude steenen Poorten, vier bruggen en veele huizen in de Stad, werden met dezen vloed weggesleept, en, gelijk reeds gezegd is, de grachten vol zand gespoeld: door deze en meer andere rampen werd Brouwershaven grootlijks ontvolkt, bijzonderlijk van de aanzienlijkste Ingezetenen beroofd; waardoor het, van tijd tot tijd, verminderde, schoon het tegenwoordig nog niet eene van de minste Zeeuwsche Steden is.
Zie REIGERSBERG; BOXHORN en SMALLEGANGE.