Definities van Oosthoek encyclopedie in de Ensie K
- Kleber
- Klebs (G.)
- Kleederluis
- Kleedermot
- Kleedhout
- Kleef
- Kleef (gesch. van ’t vorstendom K.)
- Kleef (huis te)
- Kleefkruid
- Kleefpleister
- Klei
- Kleibranden
- Kleidelven
- Kleiduivenschieten
- Kleikist
- Kleilei
- Klein (felix)
- Klein (hermann joseph)
- Klein hoefblad
- Klein-Aziatische volken
- Klein-Azië of anatolië
- Klein-Russen
- Klein-Windhoek
- Kleine (frits smit)
- Kleine alk
- Kleine bonte specht
- Kleine dennensnuiter
- Kleine hagedis
- Kleine hersenen
- Kleine hoefijzerneus
- Kleine pad
- Kleine vaart
- Kleine vecht
- Kleine-Lindt
- Kleinia
- Kleinmeister
- Kleinste gemeene veelvoud
- Kleischalie
- Kleist (ewald christian von)
- Kleist (ewald georg von)
- Kleist (heinrich von)
- Kleistogame bloemen
- Kleiweg de zwaan (johannes pieter)
- Kleizuiger
- Klem
- Klemei (witte)
- Klemhoef
- Klemsloot
- Klepboor
- Klephoorn
- Klepkast
- Klepsignaal
- Klepsydra
- Kleptomanie
- Kleptophobie
- Klepvliesgebreken
- Klepvliezen
- Klerksdorp
- Kletskop
- Klettenberg (susanne katharine von)
- Kleur
- Kleur der vaste sterren
- Kleurbad (photographisch)
- Kleuren
- Kleurenblindheid
- Kleurendruk
- Kleurfixeerbad (photcgraphisch-)
- Kleurindex
- Kleurschifting
- Kleurstoffen
- Kleurstoflichamen
- Kleurverschijnselen in dunne lagen
- Kleurwissellng
- Kleutgen (joseph)
- Kleve
- Kleven
- Kleverskerke
- Klewang
- Kleyn (johannes petrus)
- Klicotypie
- Klienen
- Klienhek
- Klier
- Klieren zonder uitvoerbuis
- Klierharen
- Klierkruid
- Klierziekte
- Klieving
- Klif
- Klijn (barend)
- Klijn (hendrik harmen)
- Klimaat
- Klimaatschommelingen
- Klimakterium
- Klimatologie
- Klimatologische elementen
- Klimatotherapie
- Klimbaars
- Klimegel
- Klimmen
