Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Klepkast

betekenis & definitie

Klepkast - Element uit den werktuigbouw, gebruikt bij stoomketels. Bestaat uit het huis, dat met een flens stoomdicht tegen den stoomketel is bevestigd, terwijl tegen een tweede flens de voedingleiding is aangebracht, welke het water van de voedingspomp naar den ketel leidt. In het huis, in den regel van gegoten geel koper vervaardigd, passeert het water een cirkelvormige opening met een iets verbreeden (vlakken of conischen) rand = bedding, waarop een klep, vlak, kegelvormig of bol, stoomen waterdicht afsluit, zoodanig, dat ze door den keteldruk gesloten blijft. Is de voedingspomp in werking, dan moet het water door den druk van de pomp de klep lichten alvorens in den ketel te kunnen treden.

Wordt de pomp stop gezet, dan zorgt de keteldruk automatisch voor het verbreken van de gemeenschap tusschen het inwendige van den ketel met de voedingleiding. Ten einde den storenden invloed van een eventueel lekkende klep in de klepkast of van een breuk der voedingleiding te kunnen opheffen, is de klepkast in den regel als kraanklepkast uitgevoerd, welk element bestaat uit de combinatie van een klepkast en een kraan, die in gevallen als boven bedoeld kan worden gesloten om leegloopen van den ketel met alle gevaar biedende gevolgen te voorkomen. De koppeling van de twee elementen moet dus zoodanig zijn, dat de kraan is aangebracht tusschen ketel en klepkast.

< >