Definities van Oosthoek Encyclopedie in de Ensie N
- naamwoordelijk
- naamziek
- naäpen
- naar (akelig, droevig)
- Naarden
- Naarden International NV
- Naardermeer
- naargeestig
- naargelang (naargelang)
- naarheid
- naarling
- naarmate
- naarstig
- naast
- Naast., gemeente
- naastbijgelegen
- naaste
- naasten
- naastenliefde
- naastgelegen
- naasting
- naat
- naatje
- Nabal
- Nabateeërs
- Nabatees
- nabauwen
- nabedekking
- nabeeld
- nabehandeling
- nabelichting
- naber
- Naber (Johanna Wilhelmina Antoinette)
- Naber (Samuel Adrianus)
- Naber, (Jean, Charles)
- nabeschouwing
- nabestaande
- nabestellen
- nabetrachting
- Nabeul
- nabeurskoers
- Nabigha (an-Nabiga)
- nabij
- Nabije Oosten
- nabijgelegen
- nabijheid
- nabijheidsbuis
- nabijkomen
- Nabis (koning van Sparta)
- Nabis (profeet)
- Nabl
- nabla
- nablijven
- nabloei
- nabloeien
- nabloeier
- Nabloes
- nabob
- Naboe
- Nabokov
- Nabonidoes (Nabonid)
- nabootsen
- nabootsing
- Nabopolassar
- naborduren
- naborst
- Nabot (Naboth)
- nabouw
- nabronst
- Nabuco de Araújo
- naburig
- nabuur
- nabuurland
- nabuurschap
- NACA-kap
- Nacala
- nacalculatie
- nacalculatie (nakalkulatie)
- Nacatenus
- Nachitsjevan
- Nachman van Braslaw
- Nachmanides
- Nachodka
- nacht
- nachtaap
- nachtarbeid
- nachtblind
- nachtblindheid
- nachtbloeier
- nachtboog
- nachtboot
- nachtbraken
- nachtcafé
- nachtclub (nachtklub)
- nachtcrème
- nachtdienst
- nachtdier
- nachtduivel
- nachtegaal
- nachtegaalslag
