Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Naarden

betekenis & definitie

Ned. gemeente in de prov. Noord-Holland, aan het IJsselmeer, 20,04 km2 , 17320 inw., 27 % r.k., 19 % n.h., 7 % geref., 10 % overige en 37 % g. kerkg.

Naarden heeft m.n. zandgrond (bossen, heide, meent; boomkwekerijen en zaadteelt) en in het westen laagveen. De stad is de oude hoofdplaats van het Gooi; het is een monument van vestingbouwkunst. De versterkingen dateren van 1675—85 (architect A.Dorsman; voltooid door M.van Coehoorn). Binnen de vesting staan o.a. het raadhuis (1601) met twee trapgevels, de ned.-hervormde Sint-Vituskerk (laatgotische basiliek, toren begin 15e eeuw en kerk ca. 1500), het Spaanse Huis (thans Comeniusmuseum), vestingmuseum. In Naarden wonen veel forensen, werkzaam te Amsterdam. Vrij belangrijke industrie, o.a. chemische en grafische nijverheid, metaal-, voedings- en genotmiddelen-, rubberindustrie en houtverwerkingsbedrijven.

Naarden vormt met Bussum een agglomeratie.

GESCHIEDENIS

Het oorspronkelijke Naarden (Nardinc), twee km van het huidige, bestond al in de 10e eeuw en behoorde toen tot de goederen van de abdij Elten. Nadat in 1224 Gijsbrecht II van Amstel Naarden en Naardingerland van de abdis van Elten in leen had gekregen, wist graaf Floris V in 1280 het gebied van de abdis in erfpacht te verkrijgen. De plaats werd bij de twisten tussen Hoeken en Kabeljauwen verwoest, waarna in 1350 het tegenwoordige Naarden met het oog op overstromingen meer landinwaarts als vesting werd herbouwd. Naarden moet ca.1300 stadsrechten hebben gekregen met hofvaart op Amsterdam. De stad heeft een bewogen historie: strijd met de Amersfoorters (1356), met de Stichtenaren (1481) en geteisterd door brand (1486). In 1572 namen de Spaanse troepen onder Alva’s zoon, Don Frederiks bevelhebber Romero, de stad in, waarbij een groot deel van de bevolking, na in de hoofdkerk te zijn samengedreven, vermoord werd.

In 1670 werd hier Comenius begraven. De Fransen veroverden Naarden in 1672; Willem III heroverde het in 1673.

De Pruisen bezetten Naarden in 1787; de Fransen hielden het bezet tot mei 1814. Naarden bleef tot 1926 vesting. Van de 15e―18e eeuw kende de stad een belangrijke textielnijverheid.

LITT. R.A.B.Oosterhuis, J.A.Comenius en Naarden (1928); F.W.Drijver, Naarden, historie en monumenten (2 dln. 1932―36); J.Poortenaar, De stad in de wallen (1950); C.A.de Bruyn en W.H. Schukking, Naarden 1350―1950 (1950); J.H.Maas en A.Maas, De geschiedenis van Naarden (1956); A.C.J.de Vrankrijker, De historie van de vesting Naarden (1965).

< >