Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

nachtdier

betekenis & definitie

o. (—en), diersoort die haar activiteit ’s nachts ontplooit en overdag inactief is (slapen, soms beschermd door schutkleuren).

Tot de nachtdieren behoren dieren van alle klassen, die vaak overeenkomstige dagvormen kennen. Sommige zintuigen of eigenschappen zijn bij de nachtdieren beter ontwikkeld dan bij de dagvormen. Gehoor, gezicht en reuk zijn vaak scherper. Zo hebben vele halfapen grote ogen. Bij vele nachtvlinders is het oppervlak van de reukzintuigen-dragende voelsprieten vergroot door kamvorming. Tastharen (snorren van nachtroofdieren), tastkussentjes aan de vingeruiteinden van het nachtaapje enz. verhogen de tastzin.

Nacht-roofvogels (m.n. uilen) hebben vaak een geruisloze vlucht door hun zachte gevederte. Om de mannetjes naar zich toe te lokken maakt het wijfje van de glimworm gebruik van de lichtorgaantjes op haar achterlijf. Ook bij vele in het donker levende vissen (o.a. diepzeevissen) komen lichtorganen voor. De meeste vleermuizen en sommige vogels, zoals de Zuidamerikaanse vetvogel, maken voor hun oriëntatie in het donker gebruik van echolokalisatie.

< >