Definities van Oosthoek Encyclopedie in de Ensie G
- grondwettelijk
- grondwettig
- grondwind
- grondwoord
- grondzaag
- grondzee
- grondzeil
- grondzeiler
- grondzicht
- grondzuil
- grondzwaai
- Groningen, aardgasveld
- Groningen, Ned. gemeente
- Groningen, Ned. prov
- Groningen, Surinaamse plaats
- Groninger
- Groninger Intelligentie Test
- Groninger Museum voor Stad en Lande
- Groninger richting
- Groninger veeslag
- Gronings
- Groningse
- Grönloh
- Gronon
- Gronovius, Jacob
- Gronovius, Johannes Fredericus
- Gronsveld
- Grontmij
- groom
- groot
- Groot Barrièrerif
- Groot Berenmeer
- Groot Besogne, Het
- Groot Intercours
- groot mediaan
- groot militair brevet
- Groot Privilege
- Groot Slaven Meer
- Groot Symfonieorkest van de BRT-RTB
- groot verlof
- Groot Yorkshire
- Groot Zout Meer
- Groot-Ammers
- Groot-Bijgaarden
- Groot-Brittannië en Noord-Ierland, Verenigd Koninkrijk van
- Groot-Duitse richting
- Groot-Griekenland
- Groot-Halleer
- Groot-Japanse trog
- Groot-Londen
- Groot-Loon
- Groot-Manchester
- Groot-Nederland, tijdschrift
- Groot-Nederlander
- Groot-Nederlandse Beweging
- Groot-Nederlandse gedachte
- Groot-Noordhollandsch Kanaal
- groot-octavo
- groot, (munt)
- Groot, Adriaan Dingeman de
- Groot, Albert Willem de
- Groot, Hugo (Huigh) de
- Groot, Jan Hendrik de
- Groot, Jan Jacob Maria de
- Groot, Paul de
- Groot, Pauline de
- Groot, Pieter de
- Grootaers
- grootbazuin
- grootbedrijf
- grootbekpaling
- grootbloemig
- grootboek
- Grootboeken der Nationale Schuld
- grootbrengen
- grootbuikpaling
- grootcirkel
- grootdoenerij
- Groote
- Grootebroek
- Grootegast
- grootfamilie
- grootgrondbezit
- groothandel
- groothandelaar
- groothartig
- grootheid
- grootheidswaan
- groothertog
- groothertogelijk
- groothertogin
- groothoekig
- groothoekobjectief
- groothouden, zich
- grootindustrie
- grootinquisiteur
- grootje
- grootkanselier
- grootkapitaal
- grootkruis
