Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Groot, Jan Hendrik de

betekenis & definitie

Ned. letterkundige, *13.3. 1901 Alkmaar. De Groot was assistent-bibliothecaris van de Academie van Wetenschappen, redacteur bij Het Vrije Volk en perschef bij een groot bedrijf.

Vóór 1940 behoorde hij tot de kring van protestantschristelijke auteurs rond het tijdschrift Opwaartsche Wegen. Onder de pseud. J.ten MutsaertenHaje Sikkema schreef hij verzetspoëzie tijdens de Tweede Wereldoorlog. Met H.M.van→ Randwijk en G. Kamphuis stelde hij al in 1941 het eerste Nieuw Geuzenliedboek samen. Werken: Lentezon (1926), Moederkoren (1945), Omhoog, omlaag (1949), Signalen tegen de hemel (1968).

< >