Definities van Oosthoek Encyclopedie in de Ensie E
- equites
- equivalent (ekwivalent)
- equivalentie
- equivalentieklasse
- equivalentierelatie
- equivoque
- Equuleus
- er (er, dr, der)
- er felijkheidsleer
- er varen (werkwoord)
- er, (bw. en vn.)
- Er, symbool
- era
- eraan
- erachter
- Eraclius (Eraclus, Everaclus)
- eraf
- Eragrostis
- Eranthis
- Érard
- Erasistratos
- Erasmiaans
- Erasmus
- Erasmus Quellinus (Quellien), de Jonge
- Erasmus Quellinus (Quellien), de Oude
- Erato
- Eratosthenes
- erbarmelijk
- erbarmen
- erbarmen, zich
- Erbaut
- Erben
- erbij
- Erbil
- Erbisoeul
- erbium
- Ercilla y Zúñiga
- Erckel
- Erckmann-Chatrian
- ERDA
- erdoor
- erdoorheen
- erdschelle
- ere
- ere voorzitter
- Ere, gemeente
- ereambt
- ereboog
- ereburger
- Erech
- Erechtheion
- Erechtheus
- erecode (erekode)
- erecomité (erekomitee)
- ereconsul (erekonsul)
- erectie
- erectief
- eredegen
- eredienst
- eredivisie
- eredoctor
- eredoctoraat
- eregast
- eregeld
- Eregli
- ereis
- Erek (Èrech)
- erekroon
- erekruis
- erelid
- Erembodegem
- eremiaal
- eremiet (heremiet)
- Eremurus
- eren
- erenaam
- Erenburg
- Erens
- erepalm
- erepenning
- ereplaats
- ereprijs
- ereronde
- eresabel
- eresaluut
- ereschuld
- Eresjkigal
- ereteken
- eretempel
- erethisme (eretisme)
- eretitel
- Eretria
- Erets Israël
- erevlag
- erewacht
- erewoord
- erezaak
- Erezée
- erf (erve)
- erf markerichterschap