Gepubliceerd op 11-11-2021

kwak

betekenis & definitie

I. m. kwakken (kleine reigersoort; Lat. nycticorax n. nycticorax).

II. v. kwakken (visschuit voorheen inz. op de Zuiderzee).

III. 1. tw. (klanknabootsend woord voor het geluid van kikvorsen, het neerploffen van weke massa's enz.): rekkekkek kwak kwak!

2. m. (1 zulk een geluid; 2 een hoop, hoeveelheid):
1. met een kwak viel hij op de grond;
2. een hele kwak.

IV. m. kwakken (Z.-N. jenever; een borrel): een kwaksken.

< >