Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie K
- klutsen
- kluwen
- klysma
- km
- kn
- knaagdieren
- knaak
- knaap
- knabbelen
- knagelijntje
- knagen
- knaging
- knak
- knakken
- knakmodel
- knakworst
- knal
- knalbonbon
- knaleffect
- knalgas
- knalgoud
- knalkwik
- knallen
- knalpot
- knalsein
- knap
- knap(pe)
- knapenleeftijd
- knaphandig
- knaphandigheid
- knapheid
- knapjes
- knapkers
- knapkoek
- knappen
- knapper
- knapperd
- knapperen
- knapzak
- knar
- knarpen
- knars(e)been
- knarsen
- knarsetanden
- knaster
- knauw
- knauwen
- knecht
- knechten
- knechtje
- knechtswerk
- kneden
- kneder
- kneding
- kneedbaar
- kneedbaarheid
- kneedmachine
- kneep
- Kneippkuur
- knekel
- knekelhuis
- knekelman
- knel
- knellen
- knelling
- kneppel(en)
- knerpen
- knersen
- knetteren
- kneu
- kneukel
- kneuter
- kneuteren
- kneuterig
- kneuzen
- kneuzing
- knevel
- knevelaar
- knevelarij
- knevelbaard
- knevelband
- knevelen
- kneveling
- kneveltje
- knibbelen
- knibbelspel
- knie
- knieband
- kniebanden
- knieboog
- kniebroek
- kniebuiging
- kniedicht
- kniegebed
- kniegewricht
- kniegezwel
- kniehals
- kniejicht
- Kniekerboeker
- kniekussen