Gepubliceerd op 11-11-2021

knie

betekenis & definitie

v. knieën, knietje (1 gewricht tussen dij en scheenbeen; gewricht en knieschijf; 2 bij verg. allerlei voorwerpen, b.v. scheepst. zwaar kromhout):

1. de knie buigen; zonder ergens een knie te buigen, even te gaan zitten; voor iem. op de knieën vallen, smeken; zijn knieën knikten; zegsw. iets onder de knie hebben, goed kennen of kunnen; evenzo: onder de knie krijgen; over de knie leggen, voor de broek geven; 2. een nieuwe knie; de knie van de Hoango, bocht.

< >