Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie B
- bedilziek
- beding
- bedingen
- bediscuteren
- bedisselen
- Bedlam
- bedlegerig
- Bedoeïn
- bedoek
- bedoelen
- bedoeling
- bedompt
- bedorven
- bedorvendans
- bedotten
- bedrag
- bedragen
- bedreigen
- bedremmeld
- bedreven
- bedrevenheid
- bedriegen
- bedriegerij
- bedrieglijk
- bedrijf
- bedrijfal
- bedrijfsbelasting
- bedrijfsbos
- bedrijfshuishouding
- bedrijfskapitaal
- bedrijfsleider
- bedrijfsorganisatie
- bedrijfsraden
- bedrijfsresultaten
- bedrijfsverzekering
- bedrijven
- bedrijvend
- bedrijver
- bedrijvig
- bedrijvigheid
- bedrinken, zich
- bedroefd
- bedroefdheid
- bedroeven
- bedroevend
- bedrog
- bedroppelen, bedruppelen
- bedruipen
- bedrukken
- bedrukt
- bedruktheid
- bedsermoen
- bedsponde
- bedstede, bedstee
- bedstro
- bedtijd
- bedu(i)velen
- beducht
- beduiden
- beduidend
- beduimelen
- bedunken
- beduusd
- bedwang
- bedwelmen
- bedwelming
- bedwingen
- beëdigd
- beëdigen
- beëdiging
- beëindigen
- beek
- beekbezinking
- beekbunge
- beekforel
- beel
- beeld
- beeldeken
- beelden
- beeldenaar
- beeldende kunsten
- beeldengalerij
- beeldenstorm
- beeldenstormer
- beeldenstrijd
- beelderig
- beeldgieter
- beeldhouwen
- beeldhouwer
- beeldhouwerij
- beeldig
- beeldjeskoop
- beeldmooi
- beeldrijk
- beeldschilder
- beeldschoon
- beeldschrift
- beeldsnijder
- beeldsnijkunst
- beeldspraak