Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie B
- bazelen
- bazig
- bazijn
- bazin
- bazuin
- bdellium
- beaaien
- beaarding
- beademen
- beambte
- beamen
- beangst
- beangstigen
- beantwoorden
- beantwoording
- bearbeiden
- beasemen
- beatificatie
- beau-monde
- bébé
- beboeten
- bebossen
- bebouwen
- bécarre
- becijferen
- becritiseren
- bed
- bedaagd
- bedaard
- bedaardheid
- bedacht
- bedachtzaam
- bedak
- bedammen
- bedanken
- bedankje
- bedaren
- bedauwen
- beddedeken
- beddegoed
- beddekwast
- beddelaken
- beddepan
- beddeplank
- beddesprei
- beddetijk
- beddezak
- bedding
- bede
- bedeelde
- bedeesd
- bedehuis
- bedekken
- bedekking
- bedeklokje
- bedekt
- bedektelijk
- bedektzadigen
- bedelaar
- bedelaarsdeken
- bedelaarsgebed
- bedelaarsgesticht
- bedelaarskolonie
- bedelarij
- bedelarmband
- bedelbrief
- bedelbroeder
- bedelbrok
- bedelbrood
- bedelen
- bedeling
- bedelmeisje
- bedelorde
- bedelpartij
- bedelstaf
- bedelven
- bedelzak
- bedenkdag
- bedenkelijk
- bedenken
- bedenking
- bedenktijd
- bedeplaats
- bederf
- bederfwerend
- bederven
- bedestond
- bedevaart
- bedevaartganger
- bedezetter
- bedieden
- bedienaar
- bediend
- bediende
- bedienen
- bediening
- bedijken
- bedijking
- bedilal
- bedillen