- aftypen
- afvaardigen
- afvagen
- afvallen
- afvangen
- afvaren
- afvegen
- afvijlen
- afvinken
- afvissen
- afvlaggen
- afvlakken
- afvliegen
- afvloeien
- afvluchten
- afvoeren
- afvragen
- afvriezen
- afvullen
- afvuren
- afwaaien
- afwaarderen
- afwachten
- afwandelen
- afwassen
- afwateren
- afwegen
- afweken
- afwenden
- afwennen
- afwentelen
- afweren
- afwerken
- afwerpen
- afwerven
- afweten
- afwijken
- afwijzen
- afwikkelen
- afwimpelen
- afwinden
- afwisselen
- afwissen
- afwonen
- afwrijven
- afzabbelen
- afzabberen
- afzadelen
- afzagen
- afzakken
- afzappen
- afzeggen
- afzeiken
- afzeilen
- afzekeren
- afzemen
- afzenden
- afzetten
- afzien
- afzinken
- afzitten
- afzoeken
- afzoenen
- afzomen
- afzonderen
- afzuigen
- afzwaaien
- afzwakken
- afzwemmen
- afzwenken
- afzweren
- afzweren
- agenderen
- ageren
- agglutineren
- aggregeren
- agiteren
- airbrushen
- airpoolen
- akkeren
- alarmeren
- alerteren
- alfabetiseren
- aligneren
- aliniëren
- alkaliseren
- alliëren
- allitereren
- allittereren
- alloceren
- alluderen
- altereren
- alterneren
- aluinen
- amalgameren
- ambeteren
- ambiëren
- amenderen
- amerikaniseren
- amortiseren