Werkwoorden vervoegen
airpoolen
Tegenwoordige tijd airpoolen
Ik airpool
Jij airpoolt
airpool jij?
U airpoolt
Hij/Zij/Het airpoolt
Wij airpoolen
Jullie airpoolen
Zij airpoolen
Verleden tijd van airpoolen
Ik airpoolde
Jij/U airpoolde
Hij/Zij/Het airpoolde
Wij airpoolden
Jullie airpoolden
Zij airpoolden
Voltooid deelwoord van airpoolen
geairpoold
Tegenwoordig deelwoord van airpoolen
airpoolend