Werkwoorden vervoegen
amerikaniseren
Tegenwoordige tijd amerikaniseren
Ik amerikaniseer
Jij amerikaniseert
amerikaniseer jij?
U amerikaniseert
Hij/Zij/Het amerikaniseert
Wij amerikaniseren
Jullie amerikaniseren
Zij amerikaniseren
Verleden tijd van amerikaniseren
Ik amerikaniseerde
Jij/U amerikaniseerde
Hij/Zij/Het amerikaniseerde
Wij amerikaniseerden
Jullie amerikaniseerden
Zij amerikaniseerden
Voltooid deelwoord van amerikaniseren
geamerikaniseerd
Tegenwoordig deelwoord van amerikaniseren
amerikaniserend