Gouden horizon encyclopedie

Dr. B.M. Parker (1959)

Gepubliceerd op 07-10-2024

WEGENWACHT

betekenis & definitie

Op de belangrijkste wegen van Nederland patrouilleren zomer en winter de ‘gele rijders’ van de Wegenwacht. Per motor of met de auto rijden 250 van deze keurig geüniformeerde mannen langs vaste routes en speuren naar automobilisten met pech.

Zijn zulke pechvogels bij de Wegenwacht aangesloten, dan worden ze gratis op gang gebracht door de Wegenwachters, die behalve uitstekende motor- of autorijders ook knappe monteurs zijn.De Nederlandse Wegenwacht werd in 1946 naar Engels voorbeeld opgericht met als doel automobilisten in nood bij te staan. Er was in Nederland grote behoefte aan zo’n organisatie. Er verschenen immers steeds meer auto’s op de weg en tegelijkertijd kwamen er steeds meer automobilisten, die zelf geen verstand hadden van motoren en machines. Wegenwachters doen trouwens méér dan alleen maar repareren. Ze brengen in geval van nood boodschappen over of houden op verzoek weggebruikers aan; ze waarschuwen het verkeer voor mist en gladde wegen, ruimen wegobstakels op, blussen bosbranden, verlenen eerste hulp bij ongelukken, enz.

Tot voor kort reden de Wegenwachters uitsluitend op de buitenwegen en kwamen ze niet in de bebouwde kom. In 1964 is er echter een speciale Amsterdamse wegenwachtdienst in het leven geroepen, die in de bebouwde kom van de hoofdstad hulp verleent.

Wegenwachtorganisaties, die op de Nederlandse lijken, werken ook in België, Denemarken, West-Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Ierland, Noorwegen, Oostenrijk, Spanje en Zwitserland.

< >