Het woord ‘democratie’ is afgeleid van het Grieks; het is te splitsen in twee woorden, die respectievelijk ‘volk’ en ‘regeren’ betekenen. Democratie is een regeringsvorm, die het volk in staat stelt om zichzelf te regeren.
Dat gebeurt dan doordat de bevolking zélf haar regeerders kiest. Nederland bijvoorbeeld is zo’n democratisch geregeerd land. Het Nederlandse volk kiest van tijd tot tijd zelf de leden van de Tweede Kamer. Deze volksvertegenwoordigers oefenen in naam van het gehele volk controle uit op de ministers. Op dezelfde wijze kiezen de Nederlanders hun vertegenwoordigers in lagere bestuursorganen zoals de Provinciale Staten en de gemeenteraad.Democratie is niet nieuw. De oude Grieken kenden deze regeringsvorm al en kozen zelf hun bestuurders. Een tijdlang deden ook de Romeinen dat en gedurende de Middeleeuwen leefde de democratische idee zeer sterk bij sommige Germaanse stammen. In veel democratisch geregeerde landen echter heeft het volk een harde strijd moeten voeren voor het zelf zijn regering kon kiezen. Die strijd ging dan meestal tegen de koning en de adel. In het verleden waren die de vertegenwoordigers van een geheel andere regeringsvorm: het zg. ‘absolutisme’.
In dit systeem is de koning of keizer de enige, die het in een land voor het zeggen heeft. Hij hoeft aan niemand verantwoording af te leggen; hoeft zijn regeringsbesluiten niet te motiveren en kan in feite regeren, zoals hem dat zelf goeddunkt. Basis voor deze regeringsvorm was de overtuiging, dat de vorst zijn macht om te regeren rechtstreeks van God ontvangen had - en dat geen sterveling dus het recht had zich er mee te bemoeien.
Er zijn verscheidene vormen van democratie. Nederland bijvoorbeeld is een constitutionele monarchie. Dat betekent, dat weliswaar het volk zichzelf regeert (door middel van zijn gekozen vertegenwoordigers), maar dat het als hoofd van de staat de koning of de koningin erkent. Veel verschil maakt dat overigens niet; in een constitutionele monarchie is de macht van de vorst beperkt en is de koning (of de koningin) in hoofdzaak een symbool voor de eenheid van het land. Constitutionele monarchieën zijn behalve Nederland bijv. ook Groot-Brittannië, Noorwegen en Denemarken. De republiek is een andere vorm van democratie.
Inplaats van een koning staat aan het hoofd van een republiek een president. Maar ook in een republiek berust de macht bij het volk, dat zelf zijn regering kiest. Zulke democratische republieken zijn bijv. de Verenigde Staten. West-Duitsland. Italië en Israël. Sommige landen gaan er prat op een democratische regeringsvorm te bezitten zonder dat dit in werkelijkheid het geval is.
In zulke landen worden wel verkiezingen gehouden maar er is geen mogelijkheid om vrij te kiezen. Gewoonlijk is er slechts één lijst met regeringskandidaten en die lijst is dan samengesteld door de leidende figuren in dat land. Het volk moet deze kandidaten kiezen of . . . geen enkele. Veel verschil maakt dat natuurlijk niet, want de kandidaten van die ene lijst behalen altijd de meerderheid, zelfs al zou er maar één stem op hen uitgebracht zijn. Dat is natuurlijk geen democratie, want ook op deze manier is het volk niet in staat eigen vertegenwoordigers in de regering te kiezen. De democratische regeringsvorm, hoe sympathiek ook, heeft natuurlijk ook nadelen.
Een ervan is, dat in tijden van nood er niet snel opgetreden kan worden. Het is namelijk voor één man (de absolute vorst bijv. of de dictator) veel gemakkelijker een snelle beslissing te nemen dan voor een volksvertegenwoordiging, die meestal uit enkele honderden personen bestaat. Die nadelen vallen echter in het niet bij de vele voordelen van de democratie en de grote mate van vrijheid en rechtszekerheid, die de democratie aan het volk verschaft.