‘Carnivoor’ betekent letterlijk ‘vleesetend’ en met carnivoren bedoelen we die dieren, die zich uitsluitend (of nagenoeg uitsluitend) voeden met vlees. Tot de bekendste vleesetende dieren behoren de hond, de vos, de wolf en al hun familieleden, de kat, de leeuw, de tijger en alle andere katachtige dieren.
Ook veel vogels behoren tot de carnivoren. Haviken en uilen eten muizen; pelikanen en reigers voeden zich met vis; spechten, mezen en zwaluwen maken jacht op insekten. Ook lager op de ladder van het dierenrijk ontmoeten we talloze vleeseters. De meeste reptielen bijvoorbeeld: alligators en krokodillen met hun sterke kaken en hun puntige tanden; slangen, die hun prooi doden met gif of met hun dodelijke omknelling en hagedissen, die evenals vele vogelsoorten jacht maken op wormen en insekten.Padden en kikkers worden pas op latere leeftijd carnivoor. In hun jeugd zijn zij kikker-
visjes, die van planten leven. Maar als ze volwassen worden en op het land gaan leven, schakelen ze hun menu over op insekten en wormen.
Ook in het water komen we de vleeseters tegen. Gevreesde rovers in dit element zijn de haaien en de barracuda’s, die niet alleen andere vissen verslinden maar ook altijd attent zijn op elk stukje vlees, dat binnen hun bereik komt.
Alle tot nu toe genoemde carnivoren zijn dieren met een ruggegraat. Maar ook onder de diersoorten, die het zonder dit nuttige lichaamsonderdeel moeten stellen, krioelt het van gulzige vleeseters. Een goed voorbeeld is de roofzuchtige bidsprinkhaan, die zó vraatzuchtig is, dat hij vaak ‘de insektentijger’ genoemd wordt. Andere vleesetende insekten zijn bijv. de loopkever, de geelgerande watertor, de waterjuffer en alle spinnen, die hun kunstige webben alleen maar weven om andere insekten in de val te lokken. Van de honderden andere vleeseters uit het dierenrijk noemen we nog de zeester (die mossels eet), de kwal (kleinere waterdieren; soms visjes), de duizendpoot (kleinere insekten) en de mol. De laatste is vleesetend maar wordt soms tot een andere groep gerekend: die van de insektivoren of insekteneters.
Ook de mens eet vlees. Hij wordt echter niet tot de carnivoren gerekend, omdat planten een even belangrijk deel van zijn menu uitmaken. Met veel dieren is dat eveneens het geval; ze eten zowel dierlijk als plantaardig voedsel. Evenals de mens worden ze gerekend tot de ‘omnivoren’, de alleseters.
In gevangenschap gehouden worden bepaalde dieren inplaats van carnivoor eveneens omnivoor. Katten en honden zijn daar een goed voorbeeld van. Zij blijven vleeseters, maar plantaardig voedsel (brood, aardappelen) versmaden ze niet.