Er zijn tegenwoordig nog maar weinig mensen, die het zich permitteren kunnen helemaal niets te doen. De meesten van ons oefenen op een of andere manier een beroep uit.
In primitieve samenlevingen is het aantal beroepen zeer gering. Iedereen is jager, visser of landbouwer en soms kunstenaar. De leden van de samenleving hebben weinig behoeften en die kunnen met een minimum aan technische kennis bevredigd worden.
In een sterk ontwikkelde samenleving als de onze is dat echter heel anders. De behoeften zijn niet alleen groot geworden maar ze zijn ook oneindig verscheiden. Huizen, kleding, voedsel zijn niet langer voor iedereen gelijk maar worden in allerlei maten en soorten gewenst. Bij de materiële behoeften komen nog de geestelijke behoeften van de moderne mens: ontspanning, ontwikkeling, onderwijs, enz. Door deze ontwikkeling en door de groei van techniek en wetenschap is het aantal taken in de moderne maatschappij ontzaglijk groot geworden.
Het is onmogelijk een volledige lijst samen te stellen van alle beroepen in een beschaafd land. Meestal worden ze verdeeld in twee groepen: handarbeid en hoofdarbeid. Deze verdeling is echter verre van juist. Stenografen en typistes worden niet tot de handarbeiders gerekend terwijl ze toch dag in dag uit bezig zijn met arbeid, die door hun handen wordt verricht. Een andere verdeling is die in werknemers, zelfstandigen en beoefenaren van vrije beroepen. De eerste groep heeft een vast loon of salaris; de tweede krijgt haar inkomsten uit arbeid, die zij op eigen initiatief verricht en de laatste groep is werkzaam in de zg. ‘vrije beroepen’: de advocatuur, de medische wetenschap, de letterkunde, enz.
Nog een andere verdeling onderscheidt beroepen in de landbouw, de industrie, de handel, de openbare diensten en het vervoer. Hoe men ook denkt over deze verdelingen, feit is in ieder geval, dat er in onze tijd duizend-en-een manieren zijn om het dagelijks brood te verdienen - en dat al die beroepen noodzakelijk zijn om een moderne samenleving op gang te houden.