Definities van Algemeen Nederlands Woordenboek in de Ensie G
- groente
- groenteboer
- groentecupcake
- groentegerecht
- groenteman
- groentenugget
- groenteteelt
- groenteteler
- groentewinkel
- groentewinkelier
- groentezaak
- groentijd
- groentje
- groenvrijwilliger
- groepachter
- groepdrieër
- groepener
- groepsapp
- groepsblog
- groepsbloggen
- groepsblogger
- groepsconsult
- groepsdocent
- groepsgebonden
- groepsgericht
- groepsleerkracht
- groepsleraar
- groepsportret
- groepssafari
- groepsspreekuur
- groepsvoorzitter
- groepswedstrijd
- groeptweeër
- groepvierer
- groepvijver
- groepzesser
- groepzevener
- grof brood
- grof zout
- grollen
- grond
- grondbezitter
- grondel
- grondeleend
- grondelen
- grondeling
- gronden
- grondgebonden
- grondgebondenheid
- grondlegger
- grondlegster
- grondverkoop
- grondvester
- grondwaterbeschermingsgebied
- Groninger
- Groninger koek
- Groningse
- groom
- groot bazuinkoor
- groot bestek
- groot dikkopje
- groot geaderd witje
- groot huisdier
- groot laweit in een klein straatje
- groot vlees
- groot wild
- groothandel
- groothandelaar
- grootmeester
- grootmeesteres
- grootmeesterlijk
- grootmoeder
- grootmoeders tijd
- grootoom
- groottante
- grootvader
- grootverdiener
- grootwarenhuis
- grosprijs
- grossier
- grossieren
- grossist
- grosso modo
- grote aardhommel
- grote agrariër
- grote baars
- grote backlijn
- grote barracuda
- grote boer
- grote broer
- grote burgemeester
- Grote Depressie
- grote drukletter
- grote fond
- grote garnaal
- grote geelkopgier
- grote gele kwikstaart
- grote houtwormkever
- grote klopkever
- grote lijster
