bezitter van grond.
iemand die een bepaalde hoeveelheid grond bezit; bezitter, eigenaar van een bepaalde hoeveelheid land.
Ook in toepassing op bedrijven en stichtingen, bijvoorbeeld de Heidemij, Staatsbosbeheer en het Zuid-Hollands Landschap.
Voorbeelden:
De grondbezitter daarentegen op wiens grond veel arbeiders wonen zal er om dezelfde redenen verstandig aan doen een zeer restrictief immigratiebeleid te voeren.
http://home.wxs.nl/~vrijbrief/vb/tienleugens.htm
De regering bereikte ook een akkoord met grootgrondbezitters. Die hadden zich tegen het wetsvoorstel verzet omdat dit toestaat dat grond in beslag wordt genomen als de eigenaar twee jaar lang geen belasting betaalt of als hij land verwaarloost dat hij van de regering ter beschikking kreeg. De grondbezitters bekwamen nu een vermindering van de grondbelasting met de helft.
De Standaard, 1996
Van de 376 miljoen geregistreerde hektaren, behoort 164 miljoen - bijna de helft van het bebouwbare land - toe aan 49.000 grondbezitters.
De Standaard, 1995