gebonden aan een bepaalde groep.
gebonden aan een bepaalde groep; voortkomend uit, behorend bij, kenmerkend voor een bepaalde groep; verbonden met een bepaalde groep.
Voorbeelden:
Toch konden de meeste moslim-heersers zich tot dusver handhaven. In de eerste plaats omdat hun samenlevingen autoritair en groepsgebonden zijn.
NRC, 1995
In Nederland zijn wij tussen 1945 en 2000 na een betrekkelijk korte periode van ontzuiling zonder aarzeling overgestapt van groepsgebonden naar persoonlijke emancipatie.
http://www.raadvenw.nl/data/999159024.pdf, 2001
De integratie van immigranten en hun nakomelingen wordt opgevat als een tweezijdig sociologisch proces, waarbij de groepsgebonden sociaal-culturele patronen van immigranten worden vermengd met de tradities en levenswijzen van de ontvangende samenleving.
http://www.hum.uva.nl/pion-imm/nederlands/nederlandshome.htm
Waarden en normen zijn vaak groepsgebonden. Elke groep die zich enigermate onderscheidt van een andere groep kent zijn eigen waarden en normen.
http://www.notelaar.be/directie/DIR_PP_norm.htm
De hedendaagse walvissen en dolfijnen zijn geen nakomelingen van Basilosaurus, maar van zijn groepsgebonden verwanten.
http://www.kenozoicum.nl/database/basilosaurus.html