Apuleius, Lucius - Rhetor (midden 2e eeuw n.C.) uit Madaura, aan de grens van Numidia, Noord-Afrika. Hij was een rhetor en filosoof uit de school van Plato. Nog in zijn jeugd ging hij in Carthago grammatica en retorica studeren en beëindigde dan zijn studie in Athene. Daarna heeft hij grote reizen gemaakt en verbleef hij bij voorkeur in die lokaliteiten, waar de geheime mysteriëndiensten bloeiden. Het contact hiermede drukte verder sporen op zijn filosofische overtuiging en activeerde zijn zin voor het metafysische.
Na zijn reizen vestigde hij zich voor enige tijd als zaakwaarnemer in Rome, vervolgens keerde hij naar Afrika terug, waar hij als rondtrekkend redenaar en leraar in Latijn en wijsbegeerte grote roem verwierf. In Alexandrië werd hij ziek en werd hij door een rijke weduwe, Aemilia Prudentilla, verzorgd en ten slotte is hij met haar gehuwd. Haar familie, in het bijzonder de zoon, klaagde Apuleius aan, maakte er een rechtszaak van en beschuldigde Apuleius de rijke weduwe door zijn toverkunsten en magie voor zich te hebben gewonnen. Apuleius verdedigde zichzelf voor de proconsul en werd vrijgesproken. Achteraf is hij in Carthago nog sacerdos provinciae geworden. Hierna is men zijn spoor bijster.
Werken:
Apologia, zijn verdedigingsrede in het proces, met een reeks van autobiografische elementen, doch vooral belangrijke gegevens over het bijgeloof en de magische kunsten van zijn tijd.
Florida, een door Apuleius zelf samengestelde bloemlezing uit zijn lezingen over wijsbegeerte en Latijnse taal.
Een reeks van filosofische geschriften, o.a. over het platonisme (de Platone et ejus dogmate) en over de Platonische leer over god en de demonen (de Deo Socratis); De Mundo is de vertaling van een werk dat ten onrechte aan Aristoteles wordt toegeschreven.
Het werk dat hem beroemd maakte is de Metamorphosen, een roman, ook bekend als De gouden ezel. Het motief steunt op een werk dat aan Loukianos wordt toegeschreven en dat door Apuleius werd herwerkt en aangevuld met verschillende episoden. Hierin wordt een jonge man door een heksendrank in een ezel veranderd. Lucius, de jonge Griek uit Korinthos, verhaalt in de ‘ik’-vorm alle avonturen, die hij als ezel meegemaakt heeft. De bonte mengeling van belevenissen wordt verhaald in een frisse taal, de Latijnse volkstaal, met stijlaanpassingen (en daarin het verhaal van het mooie sprookje Amor en Psychè) en verwerkt tot de zinnelijkste grofheid. Ten slotte verschijnt hem Isis in een droom en kondigt hem de verlossing uit zijn ellendige toestand aan. Na een Isisprocessie in Korinthos krijgt Lucius zijn menselijke gedaante terug.
De stijl van Apuleius is schilderachtig, suggestief en rijk aan stemmingsmomenten, verzorgd en levendig. Zijn beroemde roman suggereert in menig verhaaltje de eigen belevenissen van de auteur.