Turf is een brandstof, die ontstaan is uit plantaardig materiaal en die een bepaalde hoeveelheid koolstof bevat. Hij wordt gevormd op ongeveer dezelfde wijze als steenkool: resten van planten stapelen zich op in ondiepe kustzeeën of in vennen en moerassen; vergaan slechts ten dele; worden overdekt met lagen zand en veranderen tenslotte in een min of meer vast materiaal.
In tegenstelling tot aardolie en steenkool is turf in het nabije verleden gevormd. Hij is voornamelijk ontstaan uit mossen en kleinere moerasplanten.In vergelijking met steenkool is turf slechts een brandstof van slechte kwaliteit. Hij geeft betrekkelijk weinig hitte en wordt dan ook steeds minder gebruikt. In Nederland is in het verleden veel turf gestoken in de veenstreken in het zuiden (de Peel) en het oosten van het land.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen hoogveen- en laagveenturf. Hoogveenturf is droog en wordt gestoken (zie tekening): laagveenturf bevat veel water en wordt gebaggerd om daarna in vorm te worden geperst.
Belangrijke turfleveranciers zijn de Verenigde Staten, de Sowjet-Unie, Schotland en Ierland.