Het lichte, glanzende metaal titanium begint pas de laatste jaren voor de mens van betekenis te worden. Het werd in 1791 ontdekt.
Oorzaak van die vrij late vondst was het feit, dat titanium niet in vrije vorm in de natuur voorkomt doch altijd in verbinding met andere stoffen. En in die verbindingen zit het heel erg diep verborgen.Zelfs na zijn ontdekking werd titanium lange tijd niet gebruikt. Pas aan het einde van de jaren veertig werd er een praktische methode gevonden om het metaal in zuivere vorm aan zijn verbindingen te onttrekken. Titanium is bijna even goed tegen zout water en zouthoudende lucht bestand als het zeer kostbare platina. Ook de meeste zuren zijn niet in staat het metaal aan te tasten, terwijl het ook uitstekend bestand is tegen grote hitte.
Op het ogenblik wordt titanium vooral gebruikt in een legering, die titanium dioxyde wordt genoemd. Titaniumdioxyde is een stof, die witter is dan sneeuw en die verwerkt wordt in witte verf, porcelein, papier en in de rubber voor gedeeltelijk witte autobanden.
Andere titaniumverbindingen worden gebruikt voor de bouw van raketten. De kristallen van een bepaalde titaniumlegering schitteren als diamanten en worden als sierstenen gebruikt.