Een van de bekendste palmsoorten op aarde is de kokospalm, die gevonden wordt in praktisch alle tropische gebieden of daar in grote hoeveelheden wordt gekweekt. De kokospalm kenmerkt zich door zijn reusachtige zaden: de kokosnoten, die tegenwoordig in bijna alle groente- en fruitwinkels te koop zijn.
De kokospalm behoort tot de typische verschijningen in tropische gebieden. Hij draagt het gehele jaar door vruchten. Eén boom kan tegelijkertijd groene en rijpe noten dragen.
Een kokosnoot zit verpakt in een omhulsel van vezels. Die vezels kunnen op alle mogelijke manieren gebruikt worden. De inboorlingen maken er kleding en gebruiksvoorwerpen van ; langs industriële weg worden ze verwerkt tot touw, matten, manden, enz. Belangrijker dan de vezels echter is de vrucht. Ze bestaat voornamelijk uit een dikke laag wit, eetbaar vruchtvlees. Dat vlees wordt in stukken gesneden en gegeten of verwerkt in bonbons en gebak.
Er kan ook olie uit worden geperst, die gebruikt kan worden in de keuken of verwerkt wordt tot margarine, zeep en schoonheidscrèmes. Het hart van de kokosnoot is gevuld met kokosmelk: een heldere vloeistof, die bijzonder verfrissend is en die ook vaak in snoepgoed wordt verwerkt. De bladeren van de kokospalm worden vaak als dakbedekking gebruikt; het hout is geschikt voor allerlei doeleinden.
Behalve de kokospalm zijn er nog vele andere palmsoorten. De voornaamste ervan zijn de oliepalm, de dadelpalm en verschillende soorten sierpalmen.