Gouden horizon encyclopedie

Dr. B.M. Parker (1959)

Gepubliceerd op 07-10-2024

PAGODE

betekenis & definitie

Reeds bij een eerste blik is het duidelijk, dat de tekening bij dit artikel een landschap uit het Verre Oosten voorstelt. Er zijn namelijk twee pagodes op te zien en normaal gesproken worden die nergens anders ter wereld aangetroffen.

Pagodes zijn torens, die uit een aantal verdiepingen bestaan. Dat aantal is altijd oneven; oosterse bouwmeesters meenden namelijk, dat oneven aantallen geluk brachten. De meeste pagodes zijn tempels of maken er deel van uit. Ze werden voor het eerst gebouwd in India en verspreidden zich van daar uit naar andere delen van Azië, tezamen met de godsdienst, die bekend staat als het Boeddhisme. Toen de Chinezen pagodes gingen bouwen, brachten ze enige wijzigingen aan in de vorm. Die Chinese pagodestijl, later overgenomen door de Japanners, is elders in de wereld bekend geworden.

Een pagode in Chinese stijl is achthoekig van vorm. De brede dakranden krullen aan de hoeken op en steken boven elke verdieping naar buiten uit. Heel vaak zijn de dakranden versierd met kleine klokjes, die gaan rinkelen als ze door de wind heen en weer worden bewogen. Chinese pagodes zijn gevouwd uit baksteen, geglazuurde tegels of porcelein; Japanse pagodes zijn meestal van hout.

Veel pagodes zijn versierd met goud. De grootste pagode van de wereld staat op een heuvel in de buurt van de Birmaanse hoofdstad Rangoon. Het is de Shwe Dagon Pagode, ruim 99 meter hoog en van boven tot beneden bedekt met een laagje zuiver goud.

< >